vrijdag 11 juli 2008

Hoe sterk staat het kartel?

Volgens een onderzoek dat de VRT heeft uitgevoerd “zijn de kartels geen sterke merken”. De basis voor deze uitspraak is redelijk simplistisch:

“Van de CD&V/N-VA-kiezers zegt 62,1 procent heel uitdrukkelijk dat ze liever voor een van de partijen apart zouden stemmen. Bij dat andere kartel, SP.A-Vl.Pro, ligt dat percentage op 62,2 procent.”

Laten we even aannemen dat dit betrouwbare cijfers zijn (al weet je dat natuurlijk nooit met de polls van de VRT).
Over het kartel SP.A-Vl.Pro ga ik niet verder uitweiden, al kun je natuurlijk wel stevig wat vragen stellen bij een kartel tussen een links-liberale en een socialistische partij.
Dit onderzoek van de VRT maakt iets anders duidelijk dat van een groter belang is: men blijft focussen op de N-VA. Nochtans is de N-VA echt niet de grootste zorg voor Yves Leterme.
De Premier krijgt duidelijk problemen met zijn eigen achterban, en wordt openlijk teruggefloten door mensen als Kris Peeters en Eric Van Rompuy als hij afwijkt van de (strakke) partijlijn. Als premiers Leterme niet eens zijn eigen achterban meekrijgt, waarom zou hij zich dan bezighouden met de N-VA?

Waar de christen-democraten volgens mij vooral voor vrezen is niet zozeer een breuk in het kartel, maar wel een breuk binnen CD&V zelf. Een redelijk groot deel van CD&V zit in deze onderhandelingen immers op dezelfde lijn als de eisen van N-VA, en dan denk ik aan mensen als Eric Van Rompuy, Bert De Brabandere, Stefaan De Clerck, etc. Als CD&V toegevingen doet waar N-VA zich niet in kan vinden, vervreemd ze ook heel wat van de meer radicale krachten in de eigen partij van zich.
Stel even dat er een akkoord komt waar heel wat mandatarissen van CD&V zich niet in kunnen vinden (vanzelfsprekend is dat ook het einde van het kartel, maar dat doet er niet echt toe in deze denkpiste). Die mandatarissen ontzeggen hun vertrouwen in de regering, maar blijven wel bij de partij. Dan krijgen we een scenario waarbij de premier oppositie krijgt de verduren van een deel van zijn eigen partij. In een democratie moet dit in theorie absoluut kunnen, het parlement is immers de eerste macht. Maar het spreekt voor zich dat dit een scenario is waarvan de partijtop nachtmerries krijgt.
Het is volgens mij dan ook fout om de N-VA als zondebok te gebruiken. Stellingen als “dump de N-VA en je hebt binnen de week een akkoord” zijn enorm naïef. N-VA dumpen betekent immers ook dat CD&V een deel van zijn eigen achterban in het gezicht spuugt. De radicale achterban heeft al veel te verwerken gekregen, nog maar is een zwak akkoord door de strot duwen van mensen als Eric Van Rompuy zal echt niet lukken.
De N-VA dumpen is niet zo simpel als het lijkt, het is als blazen tegen een onstabiel kaartenhuisje. Men loopt het risico de volledige partij omver te blazen.
Als het uiteindelijk toch tot een splitsing van het kartel komt (wat onvermijdelijk zal gebeuren, het is een kwestie van tijd), zal de partijtop dit enorm goed in scene moeten zetten. Men moet het kunnen voorstellen als de natuurlijke gang van zaken, niet als een opoffering om het oude België te redden.

Geen opmerkingen: