donderdag 15 mei 2008

Geen boot camps

Het voorstel dat de laatste tijd nogal graag naar voren wordt gebracht is dat van de ‘boot camps’. De eerste die er mee op de proppen kwam was Jean-Marie Dedecker (LDD), die later steun kreeg van Peter Vanvelthoven (SP.A). Dat een populist als Dedecker hierin ineens de wonderoplossing ziet en zo wederom met een complete overdosis simplisme stemmen ronselt kan ik nog begrijpen. Dat een partij die zichzelf progressief noemt meegaat in de logica van ‘boot camps’ is echter veel minder vanzelfsprekend. De SP.A is blijkbaar zo hopeloos op zoek naar stemmen dat ze er geen graten in ziet een populistisch idee te verdedigen waarvan ondertussen al bewezen is dat het niet goed werkt. In de Verenigde Staten kwamen dergelijke heropvoedingskampen onlangs nog in de belangstelling door het overdadig gebruik van geweld en de algemene ineffectiviteit. De verdedigers van dit voorstel weerleggen deze kritiek met de stelling dat de Vlaamse heropvoedingskampen geen kopie zouden worden van de Amerikaanse ‘mini-junta’s’.
Maar het probleem zit dieper dan enkel de discussie in hoeverre we het Amerikaanse systeem moeten kopiëren. Laat vooral duidelijk zijn dat de filosofie die aan de basis ligt van zo’n heropvoedingskampen prehistorisch is, compleet onaangepast aan de noden van de maatschappij.
Het probleem dat zich stelt met ‘boot camps’ voor de heropvoeding van criminele jongeren is tweeledig.

Ten eerste zijn de effecten van korte duur. De jonge boefjes aanvaarden het gezag in de kampen omdat ze weten dat er anders een onmiddellijke repressie volgt. Eens ze terug vrijkomen, zullen ze al vlug inzien dat er in de echte samenleving vaak geen onmiddellijke repressie is bij overtreding van de regels. Daardoor zullen velen niet onmiddellijk inzien waarom ze de regels moeten naleven, ze zijn immers heropgevoed met de gedachte dat dingen enkel verboden zijn als er daarna een straf volgt. Recidivisme loert om de hoek, het gaat om een heropvoeding met enkel effect op korte termijn.

Het gebrek aan duurzaamheid sluit nauw aan bij een tweede fundamentele kritiek. In onze postmoderne samenleving is flexibiliteit belangrijker dan ooit. Als individu een ruime portie verantwoordelijkheid dragen is daarbij het uitgangspunt. Maar wat criminele jongeren niet leren in ‘boor camps’ is nu net het dragen van verantwoordelijkheid. Ze zullen alleen de regels accepteren omdat ze anders straf krijgen. Ze gaan dus niet inzien waarom het overtreden van regels niet mag. Ze zullen niet inzien dat regels essentieel zijn voor het goed functioneren van de maatschappij, om zo het verantwoordelijke individu voldoende kansen te geven. Een heropvoeding kan enkel duurzaam zijn als de jongeren zélf gaan inzien dat het niet naleven van een aantal regels een probleem vormt. Op die manier kunnen de boefjes heropgevoed worden als verantwoordelijke individuen. Het uiteindelijke doel zou moeten zijn dat ze de regels niet zozeer naleven omdat ze anders onmiddellijk gestraft worden, maar wel omdat ze zélf inzien dat het naleven van een aantal fundamentele regels in ieders belang is. Ook in hun eigen belang.

De conclusie is dan ook duidelijk: heropvoeding moet in de eerste plaats gestoeld zijn op de idee van duurzaamheid. Dit impliceert een goede begeleiding en zeker ook aandacht voor re-integratie in onze steeds complexer wordende samenleving. Dit is geen ‘pamperbeleid’, want het uiteindelijke effect op de jongeren zal veel groter zijn dan enkel een oppervlakkige aanpak in een ‘boot camp’. Uiteraard is een dergelijk genuanceerd beeld en een echte visie op heropvoeding - met een sterke nadruk op het verlichtingsideaal - niet zo gemakkelijk te verkopen op TV. Ook de kostprijs van een aangepast beleid zal een stuk hoger liggen, we mogen daarover niet rond de pot draaien. Maar een samenleving heeft zeer duidelijk de plicht een aantal kosten te dragen die de ontplooiïng van ieder individu mogelijk maakt.
Als buschauffeurs in elkaar worden geslagen is het gemakkelijk een ‘harde aanpak’ voor te stellen. Maar zo’n aanpak faalt grandioos op lange termijn. De politiek kan nu bewijzen dat ze voorbij het populistische gekrakeel en korte termijn denken kan geraken. Het is aan de kiezers om hiervoor een mandaat te geven.

Geen opmerkingen: