dinsdag 29 april 2008

Walgelijk

Op de conferentie van fractievoorzitters is deze middag, zoals u ongetwijfeld al wel gehoord had, dus beslist dat de plenaire zitting van morgen niet doorgaat. Hier is maar 1 woord voor:

WALGELIJK!

Dat dit in een democratie voorkomt is te gek voor woorden, het parlement wordt schaamteloos genegeerd en is in deze enkel het schoothondje van de regering. Bovendien is er te weinig aandacht voor de manier waarop dit is beslist. Vergeet vooral niet dat deze beslissing is goedgekeurd door de fractievoorzitters van de meerderheid. Concreet betekent dit dat aan Vlaamse zijde enkele Open VLD en CD&V deze gang van zaken goedkeuren. Nog concreter wil dit zeggen dat deze beslissing geen meerderheid heeft aan Vlaams zijde! CD&V en VLD zijn samen slechts goed voor 42 van de 88 Vlaamse zetels in de Kamer. Conclusie: het parlement wordt buiten spel gezet en bovendien gebeurt dit zonder Vlaamse meerderheid.
Dit is compleet onaanvaardbaar in een democratie, Leterme zou de eer voor zich moeten houden en binnen de week aftreden.
De snaar is gebroken.

zaterdag 26 april 2008

Vooruitblik (eventuele) stemming 8 mei

De Franstalige partijen hebben dan toch beslist (voorlopig) geen nieuw belangenconflict in te roepen. Het is duidelijk dat hier een strategie achter zit, maar naar wat die strategie nu juist is blijft het voorlopig gissen. Uiteraard kan ik het niet laten zelf ook eens een gokje te doen naar wat de redenering van Reynders, Milquet en Di Rupo is.
Volgens mij gaat het hier om een tweeledige strategie waarbij de Franstaligen uit de verdediging oprukken en zich plots als scherpe aanvallers gaan profileren.

Het eerste deel van de strategie is dat men hoopt dat de meerderheidspartijen Open VLD en CD&V zich bij de stemming gaan onthouden (of tegen stemmen, maar dat is wel heel onwaarschijnlijk). De stemming in de plenaire uitstellen lijkt me niet direct een optie, aangezien de fractieleiders daarvoor bij mijn weten unaniem moeten akkoord moeten gaan met uitstel. Ik moet er geen tekeningetje bij maken dat het VB niet te vinden is voor uitstel. In dat scenario gaat men er ook vanuit dat N-VA het wetsvoorstel voor de splitsing van BHV wél goedkeurt. In zo’n geval is een splitsing van het kartel meer waarschijnlijk dan een effectieve splitsing van BHV.
Persoonlijk lijkt me dit geen al te realistisch scenario, aangezien Leterme niet al te veel krediet meer heeft bij zijn eigen achterban om zoiets te forceren. Servais Verherstraeten (fractieleider CD&V) heeft al laten weten dat hij gerust voor de splitsing wil stemmen op 8 mei. Leterme zal er waarschijnlijk alles aan doen de stemming te ‘ontmijnen’, maar dan is het nog de vraag of de Kamerleden wel willen meegaan in die logica.

Het tweede luik van de strategie is volgens mij dat de stemming in de plenaire effectief doorgaat en dat de Vlaamse partijen hun meerderheid opnieuw gebruiken. In dat geval kunnen de Franstaligen de regering laten vallen met het argument dat ‘de Vlamingen niet tot een oplossing wilden komen’. Als men tot 15 juli had gewacht dan hadden de Vlamingen het omgekeerde kunnen doen, namelijk de regering laten vallen met het argument dat ‘de Franstaligen niet tot een oplossing voor de staatshervorming wilden komen’.

Wat uiteindelijk de strategie van de Franstaligen zal blijken blijft voorlopig giswerk, er zijn immers meer pistes mogelijk dan enkel de twee die ik hierboven heb beschreven. Los van die politieke spelletjes zou ik toch nog graag even mijn visie geven over een mogelijke stemming. In deze kwestie durft men wel eens de scheiding der machten over het hoofd te zien. Eigenlijk is het niet aan Leterme of iemand anders van de regering om te bepalen of het al dan niet tot een stemming komt en wat daar dan de uitkomst van zou zijn. Het parlement is een onafhankelijke macht en moet los van de regering kunnen werken. De Franstaligen gebruiken in deze kwestie het parlement voor regeringsdoeleinden, iets dat voor mij absoluut niet past in een parlementaire democratie.
Of het nu uiteindelijk tot een stemming 'Vlamingen Vs. Franstaligen' komt of niet doet er eigenlijk niet zoveel toe, zolang die beslissing maar genomen wordt daar de parlementsleden en niet door de regeringsleden.

vrijdag 25 april 2008

Clinton




zaterdag 19 april 2008

VlaamsProgressieven

Het is dan toch zover, SPIRIT verandert van naam. Vanaf vandaag moeten we spreken over de ‘VlaamsProgressieven’. Ik ga hier niet uitweiden over de volledige beginselverklaring van die partij, wel zou ik het graag even hebben over hun communautaire standpunt.
Letterlijk staat het volgende te lezen op de site:

“Met het confederaal model geven we een duidelijk signaal dat een pak zaken veel beter zouden gaan indien elke deelstaat ze op haar eigen manier kan aanpakken.”

Het is duidelijk dat de nieuwe naam niet onmiddellijk samengaat met een nieuwe inhoud, op enkele nuances na. Wat wel nieuw is, is de herwonnen ambitie van het kleine partijtje. Als doelstelling werd alvast 5% vooropgesteld bij de regionale verkiezingen van 2009. Die doelstelling is volgens mij zeker haalbaar, toch als men nu optimaal gebruik maakt van het nieuwe imago.
Ideaal voor de Vlaamse beweging zou natuurlijk zijn dat de VlaamsProgressieven op termijn als zelfstandige partij kunnen opkomen. Het is waar dat ze niet onmiddellijk pleiten voor een onafhankelijk Vlaanderen, maar confederalisme is al een heel eind op de goede weg. Voor alle duidelijkheid is een ‘confederatie’ het volgende:

“De confederatie is een verbinding tussen soevereine staten die hun eigen soevereiniteit behouden, maar overeenkomen om bepaalde aangelegenheden, zoals de buitenlandse belangen en veiligheid, gemeenschappelijk te regelen.”

Zo’n confederatie wil dus eigenlijk zeggen dat het centrum bij de deelstaten ligt, de Belgische staat dient dan enkel nog voor de bevoegdheden die de deelstaten beiden (dus met unanimiteit) bij de (con)federale overheid willen leggen. Voor de Vlaamse beweging zou het alleszins een goede zaak zijn als er op termijn ook een autonome partij op links komt die zich inzet voor communautaire thema’s.
Voorlopig is dat nog toekomstmuziek, maar als de VlaamsProgressieven het goed spelen is dat scenario zeker haalbaar.

vrijdag 18 april 2008

Staatssecretarissen

Een tijd terug was er stevig wat commotie omdat er meer Franstaligen in de regering zitten dan Nederlandstaligen. Dit kwam omdat de MR absoluut twee staatssecretarissen nodig had. Het is immers zo dat Didier Reynders al een portefeuille van staatssecretaris had beloofd aan iemand van zijn eigen partij, met name Olivier Chastel. Die tweede staatssecretaris moest dienen om het FDF koest te houden, waardoor ook Clerfayt werd bevorderd tot staatssecretaris. Ik moet er geen tekeningetje bij maken dat de PS het niet zou slikken dat de MR meer staatssecretarissen zou hebben. Gevolg: de Vlamingen konden zelf niet meer staatssecretarissen vragen – om zo het evenwicht te herstellen – want dan had de regering echt wel exuberante proporties aangenomen (lees: minstens 25 regerinsleden). De Vlamingen waren bij de onderhandelingen dus niet voldoende bij de les en stonden op een bepaald moment plots met de rug tegen de muur.
Op dit moment worden de beleidsnota’s van de regering Leterme 1, en dus ook van die staatssecretarissen, stilaan allemaal publiek gemaakt. Daaruit is zéér duidelijk af te leiden dat de staatssecretarissen in de eerste plaats onderdeel zijn van partijpolitieke spelletjes en niet zozeer van ‘goed bestuur’.
Het bewijs? De beleidsnota voor ‘personen met een handicap’ en die voor ‘armoedebestrijding’, die respectievelijk 7 en 5 bladzijden tellen. Maar beleidsnota’s zijn uiteraard tweetalig opgesteld, waardoor de eentalige versies slechts 3,5 en 2,5 bladzijden tellen. Het spreekt voor zich dat het compleet overbodig is een staatssecretaris te hebben voor zo’n marginale beleidnota’s, die men evengoed volwaardig had kunnen integreren in de portefeuille van de voogdijminister.
Dit is nog maar is het bewijs dat men zich binnen België wel moet bezig houden met onnozele communautaire steekspelletjes, het is pompen of verzuipen/betalen. Dat staat echt goed bestuur in de weg, niemand is gebaat bij het huidige permanente interstatelijke overleg tussen Vlaanderen en Wallonië. De abstracte Belgische staat is daarvan de winnaar, maar de (gewone) Vlamingen en Walen zijn het slachtoffer.

woensdag 16 april 2008

De PS speelt op ‘veilig’

De PS laat geen kans onbenut om in de media duidelijk te maken dat de huidige regering ook na half juli zal verder gaan. Toch kan men uit het klimaatplan van Magnette andere nuances afleiden.
Vandaag heeft Paul Magnette (federaal minister van Klimaat en Milieu) zijn ‘lente van het leefmilieu’ voorgesteld, een maatschappelijk overlegcomité dat een milieuplan op lange termijn moet uitwerken. Tegen half juli.
Om de overzichtelijkheid te bewaren zal ik hier eerst even de positie van de PS verduidelijken. De laatste jaren heeft die partij redelijk wat kiezers met een ‘groen’ profiel, toch stemmen die op de PS. De meeste van die groene kiezers doen dat waarschijnlijk uit pragmatische overwegingen. Di Rupo’s heeft de laatste jaren immers heel wat groene accenten gelegd en de kans dat ze die in de regering ook effectief in de praktijk kunnen brengen is uiteraard een stuk groter dan bij ecolo. Nu zit de PS echter in een situatie waarbij zowat alle Waalse partijen die van belang zijn in de regering zitten, op het groene ecolo na. Gevolg: de PS moet de ‘groene flank’ voldoende afdekken als ze die stemmen bij de volgende verkiezing niet willen verliezen. Bij de verdeling van de ministerpostjes is men daar alvast in geslaagd, of waarom dacht u anders dat de PS de minister voor klimaat levert?
Nu gaat men dus verder op de ingeslagen weg en stelt minister Magnette zijn ‘maatschappelijk forum’ aan de pers voor. En de reden waarom er tegen midden juli een concreet resultaat moet zijn spreekt voor zich. Als er dan toch vervroegde verkiezingen komen kan de PS tegen de groene kiezers zeggen: ‘wij hebben toch voor een klimaatplan op lange termijn gezorgd’. En tegen de andere Waalse kiezers kunnen ze dan zeggen: ‘in tegenstelling tot de MR hebben wij ons niet enkel ingelaten met het communautaire gekibbel en hebben wij ook effectief vooruitgang geboekt in belangrijke dossiers als klimaat’.
Het is dus duidelijk dat de PS in de media niet (fundamenteel) twijfelt aan de stabiliteit van deze regering, maar dat ze achter de schermen toch al rekening houden met eventuele vervroegde verkiezingen.
Uiteraard is de hierboven beschreven situatie slechts een hypothese en hier en daar een beetje overdreven voorgesteld, maar dat gaat niet ten koste van de conclusie dat de PS - net als de andere regeringspartijen trouwens - stilletjes toch al rekening houdt met een korte levensduur van Leterme 1. Dat is het volste recht van die partij, maar het is evengoed tekenend voor de (huidige) politiek: men kan blijkbaar alleen vooruit denken als het over verkiezingen gaat.
Op dit moment moet de staatshervorming prioriteit zijn, dat is essentieel voor de welvaart in dit land. Ik kan begrijpen dat de partijen bezig zijn met eventuele vervroegde verkiezingen, maar dit mag absoluut geen prioriteit zijn, anders stevenen we af op een status-quo en een (langzame) aftakeling van onze welvaart.

dinsdag 15 april 2008

Recuperatie van Tibet

Bij een aantal manifestaties, die de onderdrukking van Tibet door de Chinese overheid wilden aanklagen, waren er (veel) Vlaamse vlaggen te zien. Ik kan begrijpen dat er een aantal Vlaams-nationalisten zijn die zich verbonden voelen met de Tibetaanse vrijheidsstrijd, maar toch is het verkeerd de Tibetaanse situatie voor de Vlaamsgezinde kar te spannen. Wat we nu zien is dat een aantal Vlaams-nationalistische organisaties niets liever doen dan de Tibetaanse strijd vergelijken met de Vlaamse strijd. Persoonlijk vind ik het enorm jammer dat een deel van de Vlaamse beweging de situatie in Tibet probeert de recupereren voor eigen propaganda. Mij komt dit eigenlijk zelfs over als het misbruiken van de commotie die is ontstaan rond de Olympische spelen.
Dat Tibet onderdrukt wordt is duidelijk, en dat men daar iets aan moet doen is al even vanzelfsprekend. Maar er gaat niets veranderen als de Tibetaanse kwestie gereduceerd wordt tot puur Vlaamse propaganda. Voor de bevrijdingsstrijd zou beter iedereen samenwerken, van Vlaams-nationalisten tot Belgicisten, los van het eigen communautaire gekibbel.
Tibet verdient beter dan een recuperatie door enkele (gefrustreerde) Vlaams-nationalisten. Laten we in deze kwestie allemaal aan hetzelfde zeel trekken en samen meewerken aan de Tibetaanse strijd voor meer autonomie.

maandag 14 april 2008

Milquet

Joëlle Milquet heeft vandaag de inhoud van haar beleidsnota vrijgegeven, ze deed dit in een exclusief interview met de Waalse krant ‘Vers l’Avenir’. Het meest treffende is de premie van 75 euro die ze wil geven aan elke werkloze uit een streek met veel werklozen die gaat werken in een streek met veel werkaanbiedingen. Dit klinkt misschien mooi maar is het absoluut niet. Zelf ga ik hier geen tekst schrijven over de ondoordachtheid van dit voorstel, Sarah Smeyers en Frank Vandenbroucke hebben dit immers al zeer duidelijk aangetoond.
Waar ik wel graag commentaar op zou geven is de manier waarop Milquet haar beleidsnota bekend heeft gemaakt. Ze heeft namelijk een exclusief interview gegeven aan een Waalse krant, terwijl de beleidsnota pas woensdag in de kamer zal worden voorgesteld. Dat dit de omgekeerde manier van werken is spreekt voor zich. In een echte democratie wordt een voorstel/beleidsplan/beleidsnota/… voorgesteld in de kamer en geeft de pers er daarna commentaar op. Nu is deze logica omgedraaid, het voorstel wordt gelanceerd in de pers en de kamer kan er pas daarna commentaar op geven. Jammer genoeg komen deze situaties steeds meer voor en dit moet dringend stoppen. Het parlement is en blijft de eerste macht, laten we dit ook zo houden.
België begint steeds meer op een mediacratie te lijken, het is dringend tijd dat het parlement in ere wordt hersteld en zijn volledige macht terugkrijgt.

woensdag 9 april 2008

Hypocrisie

Bij het lezen van het meest recente nummer van ‘Samenleving en Politiek’ heb ik nog maar is mogen vaststellen dat de politicologen in dit land zich voor de Belgische kar (laten) spannen en geen problemen hebben met een ruime portie hypocrisie.
Het volledige themanummer is gewijd aan de staatshervorming, wat op zich uiteraard geen enkele probleem is, integendeel. Er staat zowaar zelfs een interessant artikel in van Fons Leroy, die een zeer genuanceerde visie brengt over de regionalisering van het arbeidsmarktbeleid. In het artikel gaat Fons Leroy redelijk ver, waardoor het uiteraard niet hoeft te verbazen dat de reacties langer zijn dan het artikel zelf. Tegenover de 10 bladzijden van mijnheer Leroy staan er 20 waarin wordt ‘duidelijk gemaakt’ dat de regionalisering die Fons Leroy bepleit veel te ver gaat. Maar ook dat is nog ruim aanvaardbaar, een onevenwichtig debat is nog altijd te verkiezen boven een compleet gebrek aan debat.
Ik wijk echter veel te ver af, tot zover een korte schets van waar het nummer juist over gaat. Waar ik wel problemen mee heb is de inleiding, geschreven door – u raadt het nooit – ‘professor’ Dave Sinardet. Het meest treffende citaat wil ik u dan ook niet onthouden:

“Dorothée Klein (hoofdredactrice Le Vif/l’express, EG) verwart de discussie over confederalisme – een juridische fictie, die geen enkele goedmenende en/of onderlegde politicus verdedigt – met die over responsabilisering.”

Uiteraard heeft (ook) ‘politicoloog’ Dave Sinardet recht op zijn mening, we leven in een democratie voor iets. En dat mijnheer Sinardet een overtuigde federalist is kun je bezwaarlijk een nieuw gegeven noemen. Wat er wel storend is aan dit artikel is de beledigende ondertoon. Als het over de staatshervorming gaat is mijnheer Sinardet altijd bij de eersten om te pleiten voor een gezonde dialoog met wederzijds respect. Dat is uiteraard een lovenswaardig uitgangspunt, maar het strookt helemaal niet met uitlatingen als deze. Een kort overzicht van enkele politici die al voor het confederalisme hebben gepleit leert ons dat mijnheer Sinardet mensen al Geert Lambert, Kris Peeters, Eric Van Rompuy, … ervan beschuldigt het slecht te menen en/of niet onderlegd te zijn. Mij ontgaat het compleet hoe uitspraken als deze ooit kunnen leiden tot een dialoog met wederzijds respect.
Dit is duidelijk een zoveelste aflevering van de hypocriete Belgische soap, waar ‘dialoog’ zo stilaan het codewoord is geworden voor de ‘Belgische status-quo’.

zaterdag 5 april 2008

Solidariteit

Laat mij hier even duidelijk een vooroordeel ontkennen: het Vlaams-nationalisme staat niet afkerig tegenover solidariteit, integendeel.

Om te beginnen is er de kwestie van de ‘transfers’ tussen Vlaanderen en Wallonië. Op zich is het zeer normaal dat die in vraag worden gesteld, er moet immers amper verantwoording voor worden afgelegd. Er gaat (veel) geld naar Wallonië, maar blijkbaar is het niet nodig dat Wallonië ook zeer duidelijk aangeeft waarvoor dat geld uiteindelijk gebruikt wordt.
Los van de kwestie dat de transfers van noord naar zuid zeer wazig zijn is er ook sprake van een soort averechts effect. Wallonië wordt niet aangemoedigd echt iets te doen aan de gebrekkige economische toestand, ze krijgen immers toch geld van Vlaanderen.
Dat is de kern van het Vlaamse discour, het zijn niet de transfers op zich die voor wrevel zorgen. Het probleem is de onverantwoorde aanwending van die transfers en het averechtse effect. Als er effectief meer verantwoording komt voor de transfers en er bovendien aandacht aan wordt besteed dat er geen averechts effect optreed zijn transfers voor mij geen enkel probleem.

Een ander heikel punt is dat heel wat Walen schrik hebben dat Vlaanderen ineens de geldkraan dichtdraait als België splitst. Dit lijkt me geen logische piste, Vlaanderen heeft alle belang bij een welvarend buurland. Meer waarschijnlijk is een afbouw van de transfers op pakweg 10 jaar, zo krijgt Wallonië de kans geleidelijk zelf een verantwoordelijk beleid uit te werken. Zowel Vlaanderen als Wallonië hebben daar alle belang bij.

Een laatste puntje dat ik aan dit stukje over ‘solidariteit’ zou willen toevoegen is de rol die de EU in die kwestie steeds meer op zich neemt. Er is al sprake van een zekere solidariteit binnen de EU waarbij de rijkere regio’s meer geven terwijl de armere regio’s juist meer krijgen. Zo kan er op Europees niveau gewerkt worden aan een welvarende unie, waarbij de sterkere regio’s de armere regio’s helpen. Dat Europese niveau is wat betreft solidariteit dan ook de toekomst, ook als het aankomt op ontwikkelingshulp naar landen buiten de EU toe. Vlaanderen kan best actief meewerken aan dit systeem van solidariteit binnen de EU, over de grenzen heen en dus op grote schaal zodat men een duidelijk totaalbeeld krijgt. Dat is echte solidariteit, iets compleet anders dan het aanmodderen binnen België waar transfers juist echte solidariteit in de weg staan.