maandag 31 maart 2008

De drogredenering van Rudy De Leeuw

Dit weekend lanceerde Kris Peeters in eigen naam een voorstel dat volgens hem voor een stuk tegemoetkomt aan de verschillende situaties op de arbeidsmarkt. Zo zijn er in Vlaanderen meer vacatures dan werkzoekenden, in Wallonië is dit juist omgekeerd. Het voorstel van minister-president Peeters houdt in dat de gewesten een bijkomende premie kunnen geven aan een aantal werkzoekende, op basis van bepaalde criteria (bijvoorbeeld een extra premie voor wie extra hard naar werk zoekt).
Ik ga mij hier niet uitspreken over de wenselijkheid van dit voorstel, er zijn veel mogelijke scenario’s die betrekking hebben op de 'responsabilisering' van het arbeidsmarktbeleid, die hier allemaal bespreken zou ons te ver leiden. Waar ik het wel graag over zou hebben is de krampachtige reactie van Rudy De Leeuw (ABVV), die onmiddellijk op de barricade staat.
Volgens de ABVV-voorzitter gaat het over een onrechtvaardige maatregel omdat een werkloze hierdoor mogelijk een andere uitkering krijgt naargelang het gewest waarin hij woonachtig is. Deze redenering is gewoon belachelijk, Rudy De Leeuw kijkt niet naar de effecten op lange termijn. In de verschillende gewesten is er nu eenmaal nood aan een aangepast beleid. Zo heeft Wallonië bijvoorbeeld veel jongerenwerkloosheid, Vlaanderen daarentegen zit met voornamelijk werkloze 50-plussers. Voor die verschillende situaties kun je onmogelijk hetzelfde beleid toepassen, meer verantwoordelijkheid bij de deelstaten is nodig om de werklozen aan een baan te helpen. Met een voorstel zoals dat van Kris Peeters kan er beter worden ingespeeld op de noden van de werklozen.
Mensen aan een baan helpen valt voor het ABVV blijkbaar onder de categorie 'onrechtvaardig', tja...

woensdag 26 maart 2008

Waar is Reynders mee bezig?

Het is duidelijk dat Didier Reynders (MR) dit weekend een versnelling hoger heeft geschakeld in zijn strijd tegen de N-VA. Eerst was er de uitspraak op RTBF dat er nu drie jaar de tijd is om tot een communautair akkoord te komen, daar komt nu nog is het interview in De Tijd (http://www.deredactie.be/cm/de.redactie/politiek/080326_ReyndersDeTijd) bovenop. De deadline voor de tweede fase, met name 15 juli, staat zeer duidelijk in de regeerverklaring, of heeft Reynders volgend stukje over het hoofd gezien:

“Aansluitend daarop zal de regering, zoals aangekondigd in de toelichting van dat voorstel, tegen half juli een verklaring afleggen in de Kamer van Volksvertegenwoordigers over de inhoud van het tweede pakket hervormingsvoorstellen. De noodzakelijke wetteksten zullen hieraan worden toegevoegd met oog op hun goedkeuring voor het parlementaire reces.”

Van een regeringspartner kan je toch op zijn minst verwachten dat hij zich loyaal opstelt ten aanzien van het regeerakkoord, nota bene een akkoord dat nog maar enkele dagen geleden werd goedgekeurd. Het lijkt me redelijk duidelijk dat Reynders zich hiermee wil profileren ten aanzien van de Waalse publieke opinie. Het ziet ernaar uit dat de tactische spelletjes niet ophouden, eerder integendeel. Te verwachten valt dat de andere Waalse partijen gaan meedoen in dit opbod, waarmee ze nog maar is zouden aantonen hoezeer ze echt begaan zijn met de Belgische staat. Met dit gekakel bereikt de MR niets, laat staan een sereen debat over de staatshervorming. Wat ‘den Didier’ blijkbaar niet door heeft is dat de tweede fase in de staatshervorming er echt wel moet komen tegen half juli.
Om te beginnen was er al over de huidige regeling stevig protest bij de achterban van CD&V, dit protest kon door de partijleiding worden tegengewerkt door de zeer duidelijke deadline van 15 juli te stellen. Nog een keer uitstel zal de achterban van premier Leterme niet slikken, zeker niet als je rekening houdt met de regionale verkiezingen in 2009. Dat CD&V naar die verkiezingen zou trekken zonder communautair akkoord is pure electorale zelfmoord.
Bijkomend is er ook nog de factor N-VA, voor Reynders blijkbaar een partij van uitschot waar hij zo vlug mogelijk vanaf wil. Voor deze partij is het ronduit onmogelijk nog een keer uitstel te vragen aan de achterban, de tweede fase moet voor 15 juli, punt uit. Reynders weet – of zou toch moeten weten – dat als de N-VA tegen deze regering stemt er geen meerderheid is langs Vlaamse zijde. 42 zetels op de 88 is niet genoeg om aan Vlaamse zijde over een meerderheid te kunnen spreken mijnheer Reynders, wat bijlessen wiskunde zouden u geen kwaad doen. Oké, ik weet ook wel dat er geen geschreven wet is die bepaald dat er voor een regering aan beide zijden van de taalgrens een meerderheid moet zijn. Er is wel een ongeschreven ‘wet’ die dit bepaald, en die zijn in de politiek minstens even belangrijk om te kunnen spreken over vertrouwen en respect tussen de partners. Een regering die geen meerderheid heeft aan Vlaamse zijde en waar bovendien ook nog is meer Waalse dan Vlaamse regeringsleden inzitten, kan niet deftig werken.
Laat duidelijk zijn dat Reynders goed genoeg weet dat die tweede fase er moet komen, zoniet belanden we in scenario’s van een noodregering en dergelijke. Nieuwe verkiezingen zonder splitsing van BHV zijn zeer onwaarschijnlijk, zoals Marc Bossuyt (voorzitter grondwettelijk hof) een tijd terug nog eens zeer duidelijk heeft herhaald.
Beste Didier Reynders, stop met die zever en onnozele interviews, u weet dat 15 juli de deadline is. Als u een werkbare regering wil zal u toch wat meer moeite moeten doen(lees: stop met die partijpolitieke spelletjes).
Wel, als ik dit nalees blijkt dat ik als Vlaams-nationalist tegenover de Waalse Didier Reynders een deel van het federale regeerakkoord verdedig. Wie is er nu de caractériel?

maandag 24 maart 2008

Di Rupo

In De Standaard van dit weekend staat een kort interview met Elio Di Rupo (PS). Buiten het gebruikelijke gezever staat er deze keer ook een duidelijk citaat:

“Als iedereen zich engageert, kan er op 15 juli iets uit de bus komen. Maar wij zullen alleen instemmen met zaken die nuttig zijn voor de Brusselaars, Walen en Franstaligen in ons land, laat dat duidelijk zijn.”

Dit illustreert zeer duidelijk hoe ‘Belgisch’ de Waalse partijen zich opstellen. Di Rupo geeft zelfs openlijk toe dat het Belgische belang hem niets kan schelen, zolang de Walen en Brusselaars er maar goed uitkomen. Hiermee bewijst hij dat het Milquet en de andere onderhandelaars niet te doen is om ‘het behoud van België’, het gaat enkel over ‘het behoud van de Franstalige belangen’. Het is hypocriet van je de ene keer als ‘goede Belg’ op te stellen en de andere keer als een pure Waalse partij die alleen aan de eigen belangen denkt, zonder er rekening mee te houden dat België groter is dan enkel Wallonië (en Brussel).Het wordt tijd dat de Waalse onderhandelaars kleur bekennen. Is het hun te doen om de Belgische belangen, of is dat enkel een dekmantel om de Waalse belangen te kunnen verdedigen? Voor mij is het antwoord alvast duidelijk, tijd om daar rechtlijnige conclusies uit te trekken.

donderdag 20 maart 2008

N-VA, waarom zoveel drama?

De laatste tijd werd er zeer vaak de discussie gevoerd over de positie van N-VA tijdens de vertrouwensstemming van Leterme I. Nochtans is dit vooral een kwestie die door de media werd opgeklopt en meer belang heeft gekregen dan eigenlijk nodig was.
Over twee zaken is men van in het begin duidelijk geweest: N-VA zou niet tegen stemmen, maar ook niet in de regering stappen. Daartussen liggen drie opties: volledig onthouden, volledig goedkeuren of iets daartussen. Maar laat ons eerlijk zijn: het gaat puur om een formaliteit, het is vooral de symboliek die van belang is. De beslissing die N-VA genomen heeft (de regering steunen, maar met een onthouding van partijvoorzitter De Wever) zal niet het minste effect hebben op een eventuele staatshervorming en ook de invloed op de regering is quasi verwaarloosbaar. Dat N-VA nu toch de goedkeuring geeft hoeft niet te verbazen en is al evenmin iets om druk over te doen. Waar het om gaat is de staatshervorming, en deze stemming is daarbij vergeleken een detailkwestie, echt niet de moeite om er een drama van te maken. De oorzaak van de wrevel bij N-VA en andere Vlaams-nationalisten moet men volgens mij dieper gaan zoeken. Wat er op dit moment echt dwars zit bij velen is het uitstellen van de staatshervorming. Ook op deze blog staat een artikel van begin januari waar duidelijk gesteld wordt dat 22 maart de uiterste deadline zou zijn, dat die datum het eindpunt moest worden. Nu heeft men echter opnieuw de communautaire problemen voor zich uit geschoven. Wil dit zeggen dat de gehele Vlaamse beweging zich nu in een hoekje moet terugtrekken om wat te gaan wenen? Nee, zo gaan we er niet komen, en daarom wil ik dan ook voorstellen om nog 1 keer alles op alles te zetten.
Voor een aantal zal dat te veel gevraagd zijn, begrijpelijk want men is al 180 jaar met de Vlamingen hun voeten aan het spelen. Toch is men nu op een breekpunt gekomen, met name de onderhandelingen tot 15 juli. Als er dan geen serieus akkoord is moet men duidelijke conclusies trekken (ik weet het, dat heb ik over 22 maart ook gezegd), en deze keer gaat de stekker er dan ook echt uit. Laat ons hopen dat het niet nodig zal zijn. Persoonlijk geef ik de onderhandelingen 30% kan, een percentage dat voor mij groot genoeg is om nog een keer alles uit de kast te halen. Ik hoop dat er nog voldoende Vlaams-nationalisten zijn die er hetzelfde over denken.
Geef ze (nog) een kans voor ze stom gaan doen.

dinsdag 18 maart 2008

federale kieskring

Wel, ik heb het hier nog niet gehad over de federale kieskring, daar komt nu – tot spijt van wie het benijdt – verandering in. De voornaamste reden dat er niet eerder een artikel hierover werd gepubliceerd is simpelweg omdat het zo overduidelijk een slecht idee is dat ik ervan uitging dat men er toch niet verder op zou ingaan. Slaagt dat even tegen, ondertussen is de (open) VLD verslaafd aan het idee, met dank aan onze goede vriend Verhofstadt die ondertussen wel héél ver is weggedreven van zijn eerste drie burgermanifesten.
Maar dus: ondertussen heeft men het hier en daar over de federale kieskring, discussie kan geen kwaad maar gelieve het dan wel serieus te houden. Dat we zonder het vehikel niet in een democratie zouden leven is bijvoorbeeld onzin, dat een hele resem ‘professoren’ politieke wetenschappen dit durven beweren is te gek voor woorden. Ze misbruiken daarmee hun (grote) invloed op de publieke opinie en laten zich zo voor de ondemocratische Belgische kar spannen, te gek om los te lopen.
Om toch iets of wat tot een eerlijke discussie te komen is een korte schets van de situatie en een reeks argumenten tegen een dergelijke kieskring hier wel op zijn plaats.
Volgens de heren van de paviagroep (http://www.paviagroup.be/) is het ondemocratisch dat de Walen niet kunnen stemmen op Vlaamse partijen en omgekeerd. Daardoor zouden de Walen/Vlamingen immers niet in staat zijn de partijen langs de andere kant van de (taal)grens af te straffen of te belonen. Het codewoord is gevallen, alles in naam van de ‘democratie’. Ongetwijfeld proberen de proffen zo een draagvlak te zoeken voor hun plan, wie kan er immers tegen meer democratie zijn. Is het dan niet mooi meegenomen dat men onrechtstreeks de Vlaams-nationalisten - die, al zeg ik het zelf, nog enig gezond verstand bezitten – ervan te beschuldigen dat ze niet democratisch bezig zijn (ze verwerpen immers de federale kieskring). Laat vooral duidelijk zijn dat een federale kieskring niet bijdraagt tot de democratie, eerder integendeel. Of het nu gaat om 15 van de 150 Kamerzetels federaal te laten stemmen (voorstel pavia) of eerder 33 bijkomende Kamerzetels in een federale kieskring (voorstel in nota Verhofstadt), het gaat steeds om hetzelfde absurde basisidee.

1) In de logica dat enkel een federale kieskring voor een echte democratie kan zorgen zou op dit moment Irak het enige democratische land zijn. Los van het feit dat de Amerikanen dit graag zullen horen is dit uiteraard een belachelijk idee.

2) De (meeste) politieke wetenschappers zitten constant te zagen over ‘de kloof met de burger’. Ze hebben uiteraard gelijk als ze stellen dat er geen echte band meer is tussen de burger en de politieke ‘elite’, maar voor de federale kieskring schuiven ze die bezwaren blijkbaar gewillig opzij. Zo’n kieskring, die logischerwijs zeer ver weg staat van de burger, gaat de kloof nog vergroten, de burgers zullen nog meer dan dat al het geval was de voeling met de politiek kwijt geraken. Waar is Verhofstadt met zijn ‘burgerdemocratie’ als je hem nodig hebt?

3) Een federale kieskring speelt vooral in de kaart van de grote patijen met veel middelen. Langs de andere kant van de taalgrens campagne voeren, waar er geen uitgebouwde partijstructuur is met afdelingen en militanten, is immers een zeer kostelijke zaak. Natuurlijk blijft eerst de vraag of de partijen voor enkel zetels (pavia spreekt, zoals eerder gezegd, in totaal over 15 zetels) wel moeite zullen doen, ze kunnen met een campagne langs de andere kant van de taalgrens hoogstens 1 zetel winnen of verliezen. Als je hierover verder nadenkt, lijkt het niet onlogische dat de traditionele families (christ-democr., liberale, socialisten) beslissen om hun zusterpartij geen stokken in de wielen te steken. Concreet voorbeeld: CD&V spreekt met CDH af dat ze geen campagne zullen voeren in Wallonië op voorwaarde dat CDH ook geen campagne voert in Vlaanderen. Wat is democratisch aan zo’n ‘achterkamertjespolitiek’? Dit sluit naadloos aan bij het volgende argument.

4) Zoals hierboven gezegd zullen de structuren van de ‘politieke families’ versterkt worden. Om tot een compromis te komen is blijkbaar alles toegelaten. Zo komt men immers tot een soort structuur van nationale partijen, komt dat de Belgicistische krachten even goed uit. Het hoeft geen betoog dat dit compleet ingaat tegen de logica van een federale staat. In dit land wordt een onderscheidt gemaakt tussen gemeenschappen en gewesten, dit is historisch zo gegroeid en een maatregel als de federale kieskring gaat compleet tegen deze evolutie in. Een maatregel treffen die tegen de logica van het een land ingaat met als doel zo dat land te ‘redden’, zoiets komt alleen in België voor waar men weigert om is gewoon kritisch na te denken over de eigen staatsstructuur.

5) Aansluitend bij de herwaardering van de traditionele partijen is het duidelijk dat dit vooral ten koste gaat van de regionalistische/nationalistische partijen, deze partijen vertegenwoordigen immers - u raadt het nooit - in de eerste plaats de belangen van een bepaalde regio. Ik kan mij niet direct inbeelden dat partijen als spirit, N-VA of VB langs de andere kant van de taalgrens veel stemmen zullen halen. Ook dit komt de Belgische recuperatiekrachten goed uit, maar een bevordering van de democratie kan je het bezwaarlijk noemen.

6) Het gaat om 15 gekozenen door middel van een federale kieskring. Uiteraard bepalen de partijen wie er op die federale lijsten komt te staan en, nog belangrijker, wie niet. De kiezers kunnen dus helemaal niet de politici die actief zijn aan de andere kant van de talgrens beoordelen, ze kunnen enkel diegenen beoordelen waarvan de partijen willen dat ze beoordeeld worden. De ene politicus moet zich dus verantwoorden voor heel België, de andere enkel in zijn provinciale kieskring, waarbij de partijleiding in discussies over de lijsten ongetwijfeld het laatste woord heeft. Het spreekt voor zich dat dit de particratie in de hand werkt, alsof we in België nog niet genoeg particratie hebben. Men zou beter dat probleem aanpakken en de democratie – en dan vooral de macht van het parlement – herstellen, maar dat is natuurlijk complexer dan zomaar wat onnozele systemen te verzinnen voor een ‘herstel’ van het ondemocratische België.

7) De Vlaamse partijen worden terug afhankelijk van Waalse stemmen, en omgekeerd. Ook dit gaat in tegen de federale logica, en nog geen klein beetje. Men moet de omvorming van de unitaire staat naar een federale staat respecteren, als dit niet mogelijk is moet men zijn conclusies trekken. Voor alle duidelijkheid: die conclusie begint met een ‘V’ en eindigt op ‘laamse onafhankelijkheid’.

8) Het argument dat de Vlamingen dan ook duidelijk de Waalse partijen kunnen belonen/afstraffen is duidelijk niet verder uitgewerkt. Als je stemt op een Waalse partij straf je eigenlijk sowieso een Vlaamse partij af. Dit maakt het allemaal nog een stuk complexer, duidelijke conclusies trekken over welke partij nu is afgestraft en welke beloond is zal niet gemakkelijk worden. Wat als de Walen bijvoorbeeld de MR afstraffen terwijl de Vlamingen massaal op die partij stemmen voor de federale lijst? Dit zou erop neerkomen dat de MR dan een stijging van score heeft bij de federale kieskring, maar bij de provinciale kieskring toch verliest. Welk signaal moet dan gevolgd worden, wat is in zo’n geval de wens van de kiezer? Het is duidelijk dat dit alles nog een stuk complexer maakt, de verkiezingsuitslag wordt moeilijker te interpreteren. Ook hier moeten we er geen tekeningetje bij maken dat dit voor de democratie geen goede zaak is. Dit bewijst dat het gaat om een ondoordacht idee, het gaat hier niet – ik zeg het nog een keer – om meer democratie, het gaat om een revival van de Belgicisten.

9) Volgens deze ‘logica’ is een land enkel democratisch als alle partijen in het hele land opkomen. Bij dezen zijn regionalistische partijen ondemocratisch, onder andere in het Baskenland kunnen de regionale partijen maar beter hun bretellen vastpakken. Bovendien kan een Antwerpenaar toch ook niet stemmen op de lijsttrekker van de provincie West-Vlaanderen? Waarom dit dan wel democratisch zou zijn voor de pavia-proffen ontgaat mij toch wel.

10) De Waalse partijen kunnen perfect lijsten indienen in Vlaamse kieskringen, en omgekeerd. Dat ze dit niet doen bewijst dat er bij de burgers geen vraag naar is om te kunnen stemmen op de partijen van het andere gewest. Een systeem invoeren waar de burgers geen nood aan hebben, democratischer kan niet…

Conclusie: tien duidelijke argumenten tegen een federale kieskring. Moet er nog vis zijn?



donderdag 13 maart 2008

consensus en 'democratie'

Deze week ben ik op een zeer interessant wetenschappelijk artikel gestoten dat ik jullie zeker niet wil onthouden. Het stuk in kwestie, dat al dateert van 2002, is geschreven door de internationaal gereputeerde socioloog en politicoloog P. L. Van den Berghe, die zijn doctoraat haalde aan Harvard en nu aan de ‘University of Washington’ les geeft. In het artikel (‘multicultural democracy – can it work?’) geeft de auteur onder andere een beschrijving van de ‘consensusdemocratie’, ook wel ‘pacificatiedemocratie’ genoemd. Dit type van democratie wordt steeds gebruikt om het Belgische systeem een naam te geven, het gaat er in essentie van uit dat er altijd een compromis gezocht moet worden. Dit impliceert dat de daarvoor gebruikte overlegstructuren zeer verregaand geïnstitutionaliseerd zijn (denken we bijvoorbeeld aan de alarmbelprocedure als een 'mooi' voorbeeld hiervan). Voor meer uitleg over de ‘consociational democracy’, de term die gebruikt wordt in de Engelstalige literatuur, klikt u best op volgende link: http://en.wikipedia.org/wiki/Consociational_democracy .
Oké, tot zover de theorie en de auteur, hier komt het meest duidelijke stuk dat ik hier integraal overneem (met ‘CD’ uiteraard, u raad het nooit, de afkorting van ‘consociational democracy’), ik zou het zelf niet beter kunnen zeggen:

“CD is a clumsy, inflexible, conservative model that benefits mostly the ruling elites. It works best, and even then not very well, in relatively affluent countries with stable, highly territorialised, indigenous ethnies of approximately equal socio-economic status, and in the absence of a history of conquest between the constituent ethnies. Belgium is a typical example of the limiting conditions for CD, and of its high cost. Even under favourable conditions, consociation makes for wasteful duplication of governing bodies, continuous renegotiation of territorial boundaries and of proportionality to reflect any demographic changes, and perennial, albeit low-intensity, conflict over trivial and often purely symbolic issues (such as language of road signs). Even then, consociation leaves in limbo a large minority of the population who do not clearly fit in any of the recognised categories: immigrants, children of mixed marriages, residents in the ‘wrong’ part of the country, and ‘language problem’ in Belgium, but most people bear the cost of daily irritation and inefficiency. Consociation, in short, prevents substantive change and promotes inefficiency and waste by fixating on proportionality.”

Nu hoort u het ook is van een ander. Amerikaanse academici durven een duidelijke en eerlijke analyse maken, het wordt tijd dat de Belgische academici uit hun ivoren toren komen en dezelfde analyse durven maken.

vrijdag 7 maart 2008

Gravensteen

Enkele weken terug hebben enkele progressieve intellectuelen de moed gehad om te pleiten voor de splitsing van België als een aantal fundamentele voorwaarden niet zouden worden gerespecteerd (zie http://www.gravensteengroep.org/ ). Dit initiatief is zeer lovenswaardig, zonder linkervleugel is de Vlaamse beweging immers op voorhand tot mislukken gedoemd. Het probleem is nu dat een aantal
(extreem-)rechtse groepen en partijen dit manifest blijkbaar geen kans willen geven. De ondertekenaars willen niet geassocieerd worden met rechts, dat is nu net het hele opzet: aantonen dat Vlaams niet rechts hoeft te zijn. Op dit moment is de rechtervleugel van de Vlaamse beweging echter volop bezig met het manifest op te eisen als een overwinning op links. Dit is te gek voor woorden, zo wordt de kans op een volwaardige Vlaamse linkervleugel gehypothekeerd! De rechtervleugel heeft zeker zijn nut in de Vlaamse beweging, maar ze beseffen blijkbaar niet dat ze hun eigen polsen aan het oversnijden zijn.
Iedereen die echt begaan is met de ontvoogding van Vlaanderen zou begrip moeten opbrengen voor de gravensteengroep. Geef die intellectuelen de kans om de Vlaamse linkervleugel te versterken en stop in godsnaam met het manifest langs de rechterzijde op te eisen.

woensdag 5 maart 2008

knack en staatshervorming

In het weekblad Knack van deze week staat een interessant dossier over een mogelijke staatshervorming. Alle concrete maatregelen uit de vijf artikels kan men nalezen op http://www.knack.be/nieuws/belgie/--/site72-section24-article13812.html .
Over het algemeen zitten hier zeker een aantal goede elementen in, zoals de uitbreiding van de fiscale autonomie voor de deelstaten. Over andere punten, zoals de uitdieping van Brussel tot een volwaardige stadsgemeenschap, kan men kritischer zijn. Zoiets kan op termijn voor een lastige kwestie zorgen, Brussel wordt dan mogelijk betrokken in een conflictsituatie tussen Vlaanderen en Wallonië. Uiteraard is een Brusselse stadsgemeenschap bespreekbaar, naar analogie met de Europese districten die ik een vorig artikel heb verdedigd (zie 20 Januari), maar dit moet gepaard gaan met een duidelijk visie en bijhorend beleid. Zomaar wat Brussel gaan uitdiepen zonder een concreet project kan nooit tot goede resultaten leiden. Bovendien moet men vermijden dat Brussel zodanig verankerd wordt dat de splitsing van België op de langere termijn gehypothekeerd wordt, maar ook het vermijden van deze verankering mag vanzelfsprekend niet ten koste gaan van Brussel en de Brusselaars.
De algemene conclusie die we kunnen stellen is dat de voorstellen uit dit artikel een mooie basis vormen, en waarschijnlijk zowat het hoogst haalbare voorstellen dat men bij deze onderhandelingen uit de brand zal kunnen slepen (een beetje realisme in dit surrealistische landje kan nooit kwaad...).
Jammer genoeg is de balans niet helemaal positief. Uiteraard was het niet de bedoeling van knack om met deze vijf artikels volledigheid na te streven, maar een aantal belangrijke punten worden wel jammerlijk over het hoofd gezien. Zo staat er niets over BHV (omdat knack geen positie durft innemen over het al dan niet toegevingen doen hiervoor??) en ook over een aantal kleinere maar evenzeer belangrijke punten, zoals bijvoorbeeld de Vlaamse vertegenwoordiging in de NMBS, wordt met geen woord gerept.
Alles samengevat is dit een interessant artikel, dat alleszins een stap vooruit betekend voor alles inwoners van dit land, al zal veel uiteindelijk afhangen van de nuances. Voor een aantal Vlaams-nationalisten gaat dit uiteraard niet ver genoeg gaan, maar besef dat de situatie uiterst gespannen is. Als men te veel vraagt bestaat het risico dat men met niets eindigt (een noodregering of een ander monsterachtig vehikel), en dat kan niet de bedoeling zijn. Dit is alleszins niet de laatste staatshervorming, België blijft een land in ontbinding, weliswaar in kleine stapjes. België is nooit de snelste leerling van de klas geweest...

maandag 3 maart 2008

Taalfascisme

In een opinie die vandaag (03/03/2008) in De Standaard werd gepubliceerd reageren een oud FDF-voorzitter en het enige verkozen Vlaamse parlementslid van de Union de Francophones (UF), respectievelijk Georges Clerfayt en Christian Van Eyken, op het Gravensteenmanifest. Zoals te verwachten spelen deze Franstalige taalfascisten met een aantal drogargumenten, naar goede traditie pleiten beide heren voor een uitbreiding van Brussel, herziening van de taalgrens en nog zo van die dingen waarvan je denkt: ‘ligt het aan mij, of zijn ze daar in Brussel echt compleet zot geworden?’.
Een reactie op deze opiniebijdrage is in zekere zin misschien overbodig, een klein kind kan zien dat het hier gaat om pure provocatie en plat Franstalig populisme, maar langs de andere kant kunnen we het toch ook niet laten om zo’n mooie voorzet binnen te koppen. De twee auteurs laten zoveel steken vallen dat het gewoon lachwekkend wordt. Hier gaan we dan.
1) Een eerste argument dat de Franstalige Vlaminghaters aanhalen is het volgende: “aangezien de Nederlandstalige minderheid in Brussel […] maar tien procent van de bevolking uitmaakt, zou het logisch zijn om dit tweetalig gewest uit te breiden tot elke gemeente waar een taalminderheid bestaat van minstens tien procent”. Lees: zowat heel Vlaams-Brabant hoort toe aan het Brusselse imperialisme. U zou het natuurlijk ook kunnen lezen als: voer die talentelling terug in en spuug nog maar is in het gezicht van de Nederlandstaligen. Het is duidelijk dat men hier eigenlijk niet eens een argument gebruikt, wat heeft de Nederlandstalige minderheid immers te maken met een uitbreiding van Brussel? Men wil gewoon Brussel uitbreiden om van daaruit Vlaanderen verder te verfransen, hiervoor zijn geen rationele argumenten en dus doet men gewoon even alsof die er wel zijn. Appelen met peren vergelijken is in FDF-kringen blijkbaar meer een zegen dan een vloek (zolang het hun uitkomt tenminste). De uitbreiding van Brussel is niet te verantwoorden, men zou beter wat meer focussen op het voeren van een degelijk, en dus internationaal gericht, bestuur van onze hoofdstad. Stop in godsnaam met te blijven zagen over uitbreiding en begin eindelijk eens aan een uitdieping.
2) Na deze stelling, duidelijk bedoeld om eens goed de Vlamingen te schofferen, doet men niet minder dan de taalgrens verwerpen. Dat deze taalgrens democratisch tot stand is gekomen is blijkbaar een klein detail. Een citaatje dat we jullie alvast niet willen onthouden: “het is onaanvaardbaar deze mensen (Franstaligen in de Rand rond Brussel, nvdr.) te beschouwen als geïmmigreerde buitenlanders en hen hun Franstalige identiteit te willen ontnemen”. Einde citaat. Als fundering hiervoor haalt men artikel 30 van de grondwet aan (zie http://www.fisconet.fgov.be/nl/?frame.dll&root=V:/sites/FisconetNldAdo.2/&versie=04&type=grw!INH& voor de online versie van de GW), een artikel dat al zo’n 170 jaar standhoudt en al meermaals werd aangegrepen om Vlaanderen te kunnen verfransen. Het artikel is nu dus terug van nooit weggeweest. Dit is natuurlijk pure hypocrisie, want even eerder stellen de FDF’ers dat de taalgrens niet bindend is omdat die is goedgekeurd in een unitair België, en dus voor de indeling van België in gemeenschappen en gewesten. Voor een wet uit de 19de eeuw die eveneens tot stand is gekomen binnen het unitaire systeem gaat deze redenering niet op, raar toch. Consequent zijn is nooit de sterkste kant geweest van het FDF, er zijn immers wel meer artikels in de grondwet met een communautaire ondertoon die tot stand zijn gekomen voor de federalisering van ons landje. Al deze artikels nu ineens ter discussie gaan stellen is gewoon bespottelijk. Trouwens, als we dan toch gaan goochelen met grondwetsartikels willen we gerust even meedoen hoor, een kleine greep uit de selectie om aan te tonen dat men in Vlaanderen Nederlands hoort te spreken:
- art. 1: “België is een federale Staat, samengesteld uit de gemeenschappen en de gewesten.” (cursivering door auteur van dit artikel)
- art. 2: “België omvat drie gemeenschappen: de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap.”
- art. 3: “België omvat drie gewesten: het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Gewest.” (dus kan men niet zomaar gaan beweren dat een deel van het Vlaamse Gewest eigenlijk toebehoort aan het Brusselse Gewest, er is een duidelijk onderscheid)
- art. 4: “België omvat vier taalgebieden: het Nederlandse taalgebied, het Franse taalgebied, het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad en het Duitse taalgebied.” (het zou redelijk onzinnig zijn dit onderscheid te maken als elke Franstalige, zoals de auteurs beweren, overal in België het recht heeft zijn Franstalige identiteit te bewaren)
En zo kunnen we nog wel een tijdje doorgaan hoor, dus stop in gewoon met het uitbuiten van artikel 30, de auteurs hebben het duidelijk niet door maar er staan echt wel meer artikels in de grondwet dan enkel artikel 30.
3) na deze zondvloed aan onzin gaan de FDF’ers over tot, hoe kan het ook anders, het in vraag stellen van het territorialiteitsbeginsel en pleiten ze voor een ratificatie van het minderhedenverdrag. Over zowel het territorialiteitsbeginsel als het minderhedenverdrag valt heel wat te zeggen, beide onderwerpen zullen in een volgende post aan bod komen (u bent bij deze gewaarschuwd).
4) De auteurs eindigen met te stellen dat bij de splitsing van België er eerst moet onderhandeld worden over de grenzen van die nieuwe staten, zeker wat Brussel betreft. Van een Brusselse elitaire partij hadden we niet minder verwacht. Hierbij dient opgemerkt te worden dat er internationaal, en zeker binnen de EU, een ruim draagvlak bestaat om de interne grenzen bij een splitsing te erkennen als de staatsgrenzen. Hierbij denken we bijvoorbeeld aan de splitsing van Tsjecho-Slowakije, Servië en Montenegro, Zweden en Noorwegen, Servië en Kroatië, … waar telkens de interne grenzen erkend werden als de staatsgrenzen. Dit principe wordt vrij algemeen aanvaardt (we zouden bijna kunnen spreken van een internationaal gewoonterecht) om conflicten over grondgebied te vermijden. Het is duidelijk dat de FDF bij een splitsing van België op zo’n conflict aanstuurt, maar daarom wil de internationale gemeenschap dit nog niet, eerder integendeel. De schrijvers van deze opinie hadden duidelijk zin om eens goed te provoceren. Wel, het is hun gelukt en laten we ons nu terug bezig houden met serieuze discussies en serieuze argumenten.