dinsdag 30 december 2008

Vervotte heeft gelijk

Inge Vervotte neemt uiteindelijk samen met Leterme en Vandeurzen ontslag uit de federale regering. Naar eigen zeggen vindt ze het niet kunnen dat alleen de CD&V-ministers hun verantwoordelijkheid hebben genomen.
Ik geef haar groot gelijk. Laten we eens overlopen wat enkele andere partijen hebben gedaan.

- VLD heeft op een walgelijke manier gereageerd. Iemand die betrokken is bij een politieschandaal vlotjes doorschuiven naar de zetel van Kamervoorzitter is een pure belediging voor het parlement.

- De MR ziet als vanouds geen enkel probleem. Dat een zekere Didier Reynders mee betrokken zou zijn bij de schending van de scheiding der machten is blijkbaar een futiliteit.

Tot zover de gortigheid van de liberale familie. Over het algemeen denk ik dat ondertussen toch wel duidelijk is dat een futiliteit enorm werd/wordt opgeblazen. De onderzoekscommissie zal nog wel duidelijk maken dat heel het gedoe met de scheiding der machten fel overdreven was.

Ik ben - voor alle duidelijkheid - absoluut geen fan van deze regering, maar een zeker politiek fatsoen is wel op zijn plaats. Het opblazen van een futiliteit krijgt nog maar is alle aandacht. Dat deze regering niets van het regeerwerk zelf terecht brengt is daardoor op de achtergrond geraakt. Kunnen we ons nu alstublieft terug bezig houden met het bekritiseren van inhoudelijke zaken? Niemand heeft op lange termijn baat bij al dat gooien met modder.
Want laat ons eerlijk blijven: dat akkefietje met het gerecht is veel minder erg dan het sociaal-economisch wanbeheer dat de regering de afgelopen maanden over de bevolging heeft uitgekotst. Maar daar vallen ze dan niet over…

vrijdag 19 december 2008

Alle documenten

Oké, laten we eerst even op een rijtje zetten over welke documenten het ondertussen allemaal gaat:
- De brief van Pim Vanwalleghem (adviseur op kabinet van Leterme) aan Paul D’haeyer (oud-collega van Vanwalleghem, hij is de substituut die het advies van het OM heeft gegeven in eerste aanleg).
- De brief die Premier Leterme Woensdag heeft laten uitdelen in het parlement.
- De brief van het hof van Cassatie die gisteren boven kwam, waarin voorzitter Ghislain Londers stelt dat de uitvoerende macht de rechterlijke macht heeft proberen te beïnvloeden.
- Het rapport van de Procureur-generaal van het hof van beroep, waarin wordt gesteld dat het Fortis-arrest in beroep niet rechtmatig tot stand is gekomen.

De eerste drie zijn belastend voor Leterme, het laatste kan mogelijk een klein lichtpuntje betekenen voor de premier. De media berichtten redelijk gedetailleerd over de zaak, ik zal mij beperken tot het opmerken van enkele punten die mij opvallen.

1) De advocaten van de overheid en voorkennis?
Deze week werd gesteld dat de advocaten van de overheid vorige week vrijdag (12 december) op het laatste nippertje de debatten wilden heropenen. Dit zouden ze gedaan hebben omdat ze wisten dat het arrest nadelig zou uitvallen. Maar één van de rechters was ziek, en dus hoopten de advocaten van de overheid dat er een nieuwe rechter moest worden aangeduid. Van die nieuwe rechter hoopten ze dat hij of zei een andere visie zou hebben en het arrest kon beïnvloeden in het voordeel van de overheid.
MAAR: dit blijkt niet helemaal te kloppen.
Er was reeds een overeenkomst dat de debatten zouden worden heropend op maandag 15 december, en dat die dag ook een nieuwe rechter zou worden aangesteld om de zieke collega te vervangen. Maar vrijdagnamiddag 12 december kwam daar plots verandering in, de voorzitter van de 18de kamer van het hof van beroep (Mhr. Blondeel) besloot het arrest toch door te drukken. Bij die beslissing was die zieke rechter uiteraard niet aanwezig (waardoor het arrest dus onwettig zou zijn).
Dit doet bij mij toch vragen rijzen, waarom wil de voorzitter plots wel het arrest doordrijven? Het verklaart alleszins waarom de rechters ’s avonds laat nog naar de zieke collega zijn gereden om de handtekening te eisen. Normaal mag de griffier in haar plaats ondertekenen, dus dat was een raar manoeuvre. Maar dat mag uiteraard enkel als die rechter wél eerst betrokken was bij de debatten over het arrest, maar gewoon bij de uiteindelijke handtekening belet is. De zieke rechter was niet aanwezig bij het debat tussen de rechters, de ommekeer is er gekomen op vrijdagnamiddag, toen ze al ziek thuis zat. In dat geval mag de griffier uiteraard niet in haar plaats tekenen, want dan is het geen formaliteit meer.
Nu is voor mij de vraag: waarom veranderde voorzitter Blondeel op zo’n korte periode plots van gedacht? Zijn beweegreden blijft voorlopig onbekend, hopelijk komt daar vlug verandering in.

2) Het rapport van het hof van beroep
Minister Vandeurzen was reeds zaterdagvoormiddag op de hoogte van wat nu in het rapport staat. De regering wist dus eigenlijk op 13 december al van de onregelmatigheden bij het opstellen van het arrest. Toch deed men gisterenavond alsof dat ‘plots’ op de regeringstafel lag.
Het gaat dus zeer duidelijk om een afleidingsmanoeuvre, want de informatie waarmee men nu komt aandraven is voor de topministers niet nieuw.
Dit is mogelijk een aanwijzing dat Leterme gewoon wil aanblijven, en daarvoor alles uit de kast haalt.
Eerst was er de brief waarmee hij de verantwoordelijkheid op zijn kabinet afschuift. Nu is er het rapport waarmee men de fout probeert te leggen bij het hof van beroep, en dus niet bij de regering. Als men voorzitter Blondeel in het nauw drijft kan dat mogelijk de zondebok worden.
Maar door het rapport maakt de regering ook duidelijk dat minister Vandeurzen correct heeft gehandeld. Als men terug iets of wat geloofwaardigheid wil met deze regering zal er toch minstens één kop moeten rollen. Leterme is te moeilijk om te vervangen (zie vorige post), Reynders wil absoluut blijven zitten, en de andere ministers zouden niet betrokken zijn.
Dat is volgens mij het grootste probleem voor de regering: Vandeurzen wordt met dit rapport vrijgepleit. Hij was de ‘ideale’ zondebok, onder meer omdat:
- hij vorige week al in opspraak is geweest
- hij bereidt is op te stappen en de schuld op zich te nemen


Leterme heeft met de publicatie van het rapport dus een nieuwe optie geopend, maar een andere gesloten. Vanaf nu is het kiezen tussen de pest en de cholera, in deze zaak kan de regering niet meer kiezen tussen ‘goed’ en ‘slecht’.

Hoe moet het verder?

Leterme en/of zijn regering stappen voorlopig niet op. De reden daarvoor lijkt mij in de eerste plaats dat er geen duidelijk alternatief is.
Laten we dus even kort de opties overlopen, zodat iedereen de complexe situatie kan volgen:

1) Leterme blijft
Een vertrouwensstemming in het parlement is dan niet verplicht in theorie, maar in de praktijk kan het bijna niet anders. Nu gewoon voortdoen zonder eerst een motie van vertrouwen te stemmen lijkt zeer onwaarschijnlijk. Jammer genoeg is de meest waarschijnlijke optie al een hele tijd niet meer de meest gevolgde optie.

2) Leterme wordt vervangen
Dit is de situatie die ongetwijfeld het meest is besproken op de ministerraad gisterenavond. Hét grote probleem? Hoe het daarna verder moet.
De mogelijke vervanging ligt zeer moeilijk. Om te beginnen lijkt een Franstalige premier wraakroepend. Een regering zonder meerderheid langs Vlaamse kant, maar wel met een Franstalige premier ? Dat is om problemen vragen.
Daarom denk ik dat de naam van Didier Reynders – die hier en daar wordt genoemd – niet realistisch is. Bovendien wordt ook hij genoemd in het ‘dossier Fortis’, toch niet onbelangrijk.

Maar als het een Vlaming moet worden (en dat zou niet meer dan normaal zijn, het federale evenwicht wordt nu al met de voeten getreden), wie is er dan kandidaat?
- Marianne Thyssen
- Herman Van Rompuy
- Jo Vandeurzen
(Ik zet hier bewust geen VLD’er bij omdat de CD&V-fractie daar volgens mij niet mee kan leven.)
Maar waarom zou één van deze personen zijn politieke carriere om zeep helpen, gewoon om deze 'regering' te redden?. Het is een verloren zaak, een zinkend schip. Het probleem is dat ze een kapitein moeten hebben die mee ten onder gaat.

3) De volledige regering valt
Dan komen er vervroegde verkiezingen (binnen de 40 dagen als ik mij niet vergis), en niemand uit de meerderheid zit daar echt op te wachten. De enige winnaar in dit verhaal is de anti-politiek.

Nu is het misschien al duidelijker waarom de regering Leterme voorlopig afwacht. Er is gewoon geen goed alternatief. Niemand weet hoe het nu verder moet, en de volledige politiek is daarvan het slachtoffer.
Leterme kan eigenlijk niet aanblijven, na de schending van de scheiding der machten. Maar Leterme kan evenmin opstappen, want er is geen echt alternatief.

PS: In een volgende post: hoe zit het nu eigenlijk met al die verschillende documenten?

woensdag 10 december 2008

60 jaar mensenrechtenverdrag

The UN Human Rights Declaration has stood up remarkably well to the test of the 60 years since it was agreed in Paris on 10 December 1948. Its main strength lies in its simplicity.

In a preamble and 30 articles, none of them very long, it lists the rights to which each individual is entitled. It is also wide-ranging, emphasising rights to education and health as well as to freedom and protection.

It has echoes of and in some cases directly lifts from earlier human rights documents. By picking and choosing from these, it is trying to show that it applies to all people and all places.
A key principle behind the Declaration was to confirm a move in world affairs from the concept of human rights as a domestic concern to an international one.

The aftermath of World War II and the Holocaust was felt to be the right moment to act. Shortly before the Declaration was agreed, the UN Charter had been drawn up. Activists wanted to fill in some of the detail of the human rights to be protected. The Charter only refers to "respect for human rights and fundamental freedoms".

Echoes

From the US Declaration of Independence in 1776, the Declaration stresses the right to "life (and) liberty", though the American addition of the right to the "pursuit of happiness" becomes the more sombre "liberty and security of the person". Perhaps happiness as a concept was not felt to be appropriate at that moment.

Largely matching the French Declaration on the Rights of Man in 1789, which said: "Men are born and remain free and equal in rights", it states: "All human beings are born free and equal in dignity and rights."

And the prohibition on "cruel or unusual punishment" in the Bill of Rights in England in 1689 becomes the even wider ban on "cruel, inhuman or degrading punishment or treatment" in the Declaration.

Its other strength is that it is a declaration not a treaty. That meant it was easier to agree. In the final vote, nobody was against, but the Soviet Union and its allies, and South Africa and Saudi Arabia abstained. They could be outvoted for a declaration, not for a treaty.

The Soviet Union objected to individual property rights being included and more broadly wanted rights to be determined according to the "economic, social and national conditions prevailing in each country". Its delegate declared that the rights were "illusory" because they "lacked effective guarantees".

South Africa did not accept that "human dignity would be impaired if a person were told he could not reside in a particular area." Saudi Arabia said the Declaration was based largely on Western culture, an argument that has resonance in some Islamic countries today.

Eleanor Roosevelt, the first chair of the Human Rights Commission which drew it up, was responsible for the form of the agreement. She felt it would be better to have a signpost to guide the UN itself and governments in the progressive application of human rights in international agreements and national laws. And it has helped to do just that.

Torture Convention

Although it is not itself enforceable, it has given rise to other agreements which are. A good example is torture. The ban on torture enshrined in its Article 5 was made into an international convention against torture in 1975. The Convention acknowledges its debt.

The Declaration was also followed, in Europe, by the even more detailed European Convention on Human Rights, which drew on its principles and took them even further. The Convention is now part of national law in many Council of Europe states and it has own court to adjudicate claims.

The Declaration has itself also weakened the UN Charter's emphasis on national sovereignty and strengthened the recent moves establishing a right to protection for threatened populations.
Of course, great chunks of the Declaration have been ignored and violated by large parts of the world. Its declaratory nature can be a source of weakness as well. But it is always there to hold governments to some account. Increasingly it has provided the kind of inspiration that its founders had envisaged.

Cataloguing violations

Amnesty International's Campaign Director Tim Hancock says he refers to the Declaration constantly. "Recently, I found it useful in cataloguing the atrocious violations in the Congo," he said.

"The Declaration is a fine document which serves as the bedrock for later treaties. It is magnificent and inspirational. The Torture Convention for example is based on it and Amnesty would like to get back to the inspiration of the original document in trying to stop the widespread flouting of the convention, including certain conduct in the war on terror.

"We find young people respond to the accessible language and 4,000 British schools have taken our information pack for the anniversary.

"This anniversary has reminded me that the preamble is sometimes neglected. It warns about what happens if human rights themselves are neglected. 'Barbarous acts' follow and man is 'compelled to have recourse, in the last resort, to rebellion.'"

Bron: BBC

Voor wie meer wil weten: UN Declaration of Human Rights

vrijdag 5 december 2008

De 5 zintuigen

Gisteren was de laatste aflevering van het programma 'het zesde zintuig'. Op kwaliteitszender VTM, uiteraard. Ik ben zo enorm blij dat die onzin gedaan is, en hoop dat Vlaanderen nooit nog een programma van zo'n laag niveau moet verdragen.
Blijkbaar delen heel wat mensen deze opinie, want gisteren verscheen er een interessante bijdrage in De Standaard. Ik zal hier nog een korte frustratie aan toevoegen, na de integrale tekst.

Win 10.000 euro met uw zesde zintuig

MAARTEN BOUDRY is geen fan van 'Het Zesde Zintuig', het VTM-programma dat op zoek gaat naar de beste paranormaal begaafde Vlaming. Maar hij looft wel een prijs uit aan de deelnemer die in wetenschappelijke omstandigheden zijn gave kan bewijzen.

Vanavond is er op VTM de finale van het programma 'Het Zesde Zintuig', een talentenjacht voor Vlamingen met een uitzonderlijk ontwikkeld zesde zintuig - paranormaal hoogbegaafden zo u wil.

Op zich kan de verenging de Studiekring voor de Kritische Evaluatie van Pseudowetenschap en het Paranormale (Skepp) het alleen maar toejuichen dat mensen die beweren over paranormale vermogens te beschikken aan allerlei proeven worden onderworpen. Toch laat het format van dit programma alleen al - een afvallingskoers met een onvermijdelijke winnaar - sterk te wensen over, omdat het al veronderstelt wat precies ter discussies zou moeten staan: dat sommige mensen over het vermogen beschikken om informatie te verwerven die ze onmogelijk via de bekende zintuigen en redeneervermogens kunnen achterhalen. Als niemand over zo'n gave beschikt (en alle wetenschappelijke kennis wijst in die richting), heeft de competitie geen zin: men kan net zo goed een vliegwedstrijd voor pinguïns organiseren en de prijs uitreiken aan diegene die het hoogst kan springen.

Hoogstens zal men na enkele afvalrondes de meest succesvolle veinzer overhouden, al blijken de kandidaten van Het Zesde Zintuig zelfs daarin niet bijzonder talentrijk. De trukendoos waarmee ze de argeloze kijker bewust of onbewust een rad voor de ogen willen draaien, is behoorlijk doorzichtig. Ten eerste is het zo oud als het orakel van Delphi dat hogere gidsen altijd in raadsels spreken. De voorspellingen van de kandidaten zijn te vaag om weerlegbaar te zijn, maar kunnen niettemin met een beetje geluk toch 'ingepast' worden, waardoor ze achteraf een stuk concreter in de herinnering blijven hangen ('ik krijg een vrouwelijke energie door', 'ik voel een sterke band met een vaderfiguur). Ten tweede gaan de kandidaten dikwijls zichtbaar af op de context en op visuele aanwijzingen uit de omgeving, terwijl ze daar de aandacht van proberen af te leiden door in het ijle te staren en aldoor over 'energielijnen' en 'hogere gidsen' te oreren. Wanneer de proef erin bestaat een 'dramatische gebeurtenis' aan te voelen, beginnen ze theatraal over de grond te kronkelen of naar lucht te happen, zodat de waarnemende jury steevast onder de indruk is van hun 'inleving' ('ze voelt precies wat onze pa moet gevoeld hebben'). En als ze met geen enkele van deze beproefde trucs succes oogsten, verzinnen ze allerlei uitvluchten voor hun falen ('mijn gidsen hebben me misleid', 'ben je wel zeker dat hier vroeger toch geen moord gepleegd is?').

Soms komt er echter ook iets concreets uit de bus. In de proef in het Waalse dorpje Brûly-de-Pesche bijvoorbeeld moesten de kandidaten geblinddoekt zoveel mogelijk 'aanvoelen' over de bunker waarin Hitler in 1940 voet zette toen hij er de invasie in Frankrijk opvolgde. Al snel voelden verschillende kandidaten aan dat de plaats iets met geschiedenis en oorlog te maken had en met de veroveringen van een man die zijn hele volk meesleurde. Kandidaat Philip voegde eraan toe dat het om iemand van Duitse afkomst ging en Jacqueline beschreef zowaar de vorm van de typische Duitse legerhelm, zij het zonder Hitler of de Tweede Wereldoorlog te noemen. Klap op de vuurpijl was Naomi: zij beschreef nauwkeurig het 'kort en breed' snorretje van een oorlogszuchtige strijder terwijl ze naar haar bovenlip tastte, maar wanneer ze achteraf met de foto van Hitler geconfronteerd werd, beweerde ze - in een klaarblijkelijke poging om haar voorkennis te verbergen - dat ze de man niet herkende. Hitler niet herkennen is mogelijk nog een straffere prestatie dan paranormale hoogbegaafdheid.

Wil dat zeggen dat deze proef, of zelfs het gehele programma, doorgestoken kaart is? Nee. Bij het inblikken van een televisieprogramma zijn talloze cameralui, technici en ander logistiek personeel betrokken, dus informatielekken zijn af en toe onvermijdelijk. Enkele aanwijzingen van een of meerdere tipgevers die hun mond voorbij praten of zich inbeelden dat een tipje van de sluier 'toch niet veel uitmaakt' kunnen al voldoende zijn om de hele proef om zeep te helpen. De kandidaten hoeven maar te weten dat er een oorlogshistoricus bij de proef betrokken is als beoordelende 'getuige' en dat ze naar de Ardennen worden gebracht en zelfs iemand met slechts vijf zintuigen kan al eens een beredeneerde gok wagen.

Wie ziet erop toe dat de kandidaten de hele weg geblinddoekt zijn? In hoeverre zijn de chauffeurs en de technische ploeg op de hoogte van de opdracht, en is elk van hen evenzeer begaan met de waterdichtheid van de proef? Worden de kandidaten tijdens zo'n proef (die ze om de beurt moeten ondergaan) strikt van elkaar afgezonderd, zodat ze elkaar niet kunnen tippen? Worden hun gsm's in beslag genomen?Wie Het Zesde Zintuig afdoet als 'allemaal montage' of 'allemaal opgezet spel', stelt de zaken te simpel voor. Een subtiele combinatie van informatielekken, aanwijzingen langs de gekende zintuigen, het gebruik van vernuftige vaagheden en knip- en plakwerk bij de montage kan wonderen verrichten. Er hoeft geen sprake te zijn van groots opgezet bedrog van de programmamakers, noch van de kant van de kandidaten overigens. Het zou best kunnen dat alle zelfverklaarde paragnosten in het programma oprecht van hun buitenzintuiglijke waarnemingsvermogen overtuigd zijn.

Het cruciale punt is dat er op basis van deze slordig opgezette en gebrekkig uitgevoerde proeven simpelweg niets valt af te leiden. De programmamakers zijn in de eerste plaats geïnteresseerd in de amusementswaarde en zullen er geen nachten van wakker liggen als de uitgevoerde proeven methodologisch niet helemaal waterdicht zijn. Niettemin moeten ze beseffen dat ze met dit soort programma's het geloof in paranormale prietpraat aanwakkeren en de kandidaten onwillekeurig een vorm van respectabiliteit verlenen ('ze zijn toch op televisie getest, meneer!'). Het zijn precies emotioneel kwetsbare, goedgelovige of wanhopige mensen die hun toevlucht nemen tot zo'n paragnost en al te vaak slachtoffer worden van misbruik en oplichting.

Enkele weken geleden bereikte Het Zesde Zintuig een triest dieptepunt: de ouders van de vermiste peuter Liam Van den Brande deden beroep op het programma om meer te weten te komen over de onopgehelderde verdwijning van hun kind, en kregen - naast veel theatraliteit en geraaskal over een 'verkrachting' - van één van de kandidaten te horen dat hun kind 'echt heeft afgezien en geschreeuwd heeft van de pijn', en dat het waarschijnlijk 'levend begraven' werd. Meteen na deze onwaarschijnlijke vertoning, met de ouders van Liam nog op de achtergrond in beeld, taterde presentator Johan Terryn alweer opgeruimd over 'scores' en 'afvallers' en 'volgende rondes'. De programmamakers moeten zich dringend bezinnen over de goede smaak van dit soort proeven en over de potentiële maatschappelijke impact van hun paranormale promoshow.

De vereniging Skepp looft de Sisyphus-prijs ter waarde van 10.000 euro uit aan eenieder die onder gecontroleerde omstandigheden kan aantonen dat hij of zij over een zesde zintuig of een andere paranormale gave beschikt. Bij deze willen we dan ook nu al de uiteindelijke 'winnaar' van Het Zesde Zintuig - wie er ook uit de bus komt - uitnodigen om aan deze Sisyphus-prijs deel te nemen. Als iemand werkelijk over een zesde zintuig beschikt, dan moet hij of zij dat ook kunnen aantonen in omstandigheden waarin we de bovengenoemde methodologische 'lekken' verhelpen. Voor de rest staat het de kandidaat vrij te kiezen in welke paranormale 'discipline' hij of zij getest wil worden, zolang we op voorhand samen duidelijke criteria en voorwaarden kunnen afspreken voor het welslagen van de proef.

Met deze uitdaging willen wij tegengewicht bieden aan de indruk die door deze paranormale talentenjacht is ontstaan dat sommige personen werkelijk over meer zintuigen beschikken dan normale stervelingen. Hopelijk zal de winnaar van Het Zesde Zintuig de moed hebben om op onze Sisyphus-uitdaging in te gaan. Aan een voorspelling durven we ons evenwel niet wagen...

Maarten Boudry is filosoof en schrijft namens Skepp.


Commentaar:
Vandaag stond er in de DS een discussie tussen een 'believer' en 'non-believer'. De 'believer' (ik ben die achterlijke aap zijn naam al vergeten, zijn maatschappelijke relevantie is dan ook nihil) stelde dat de kandidaat niet op deze uitdaging van skepp mag ingaan. Reden: het werkt niet altijd, als er non-believers bijzijn ontstaat een "negatief energieveld". Daarom zal wetenschappelijke controle niet werken.
Beetje doorzichtig he... BENDE CRIMINELE DEBIELEN!

zondag 30 november 2008

In perspectief

Bon, ik zal hier even een stuk schrijven over de ‘burgemeesterkwestie’, iets dat al langer op mijn lever ligt. U weet wel, die drie francofone apen uit de Vlaamse rand.
Wat mij stoort aan heel deze discussie is dat het om een belachelijke futiliteit gaat die zwaar wordt opgeblazen. In Oost-Congo zijn een kwart miljoen mensen op de vlucht, in Sudan blijft het geweld aanhouden, de financiële crisis bedreigt onze welvaart, enzovoort. En waar zijn wij over bezig? Drie onnozelaars die wat willen provoceren en daar zeer goed in slagen. Dit gaat voor mij te ver, ik zou graag hebben dat de benoeming er komt in ruil voor toegevingen van de Franstaligen in het dossier ‘staatshervorming’.

Ik vraag dit omdat het de beste uitweg is voor Vlaanderen. Is de niet-benoeming echt een stevige blaam van de Europese Raad én een blokkering van een mogelijke staatshervorming waard? Ik vind van alleszins van niet. Let wel: de Franstaligen moeten volgens mij toegevingen doen in ruil voor de benoeming (kwestie van toch iets uit de brand te slepen), maar de benoeming zelf mag er komen.

We mogen ons niet laten verleiden tot een nieuwe escalatie tot ‘heilig symbooldossier’. Zo komen we in een BHV-bis terecht en dringt een verdere blokkering van de politiek zich op. De enigen die daar beter van worden zijn de populisten, en dat is niet wat ik wil. Nu kan de Vlaamse regering, mits voldoende Franstalige toegevingen, de benoeming nog verkopen bij de bevolking. Maar de tijd dringt. Als we nog lang wachten komen we weer in de retoriek van “5 minuten" terecht, en krijgen we het dossier niet meer opgelost. Daar is op termijn iedereen het slachtoffer van, ook de Vlamingen.

Dus ik vraag u: zijn die drie apen echt een blokkering van de politiek waard? Ik vind alvast van niet. Geef de Franstaligen hun symbool, dan kan Vlaanderen met de knikkers gaan lopen.

zaterdag 29 november 2008

Dedeckerke toch...

Jean-Marie Dedecker zegt dit weekend in een interview dat hij na de Vlaamse verkiezingen van 7 juni 2009 graag minister zou worden. Waarom doet hij zo’n uitspraak? Ik zie twee mogelijkheden:

1) Een politieke strategie, om het verschil tussen LDD en VB duidelijk te maken. Het probleem is dat dit onvermijdelijk tegen hem zal gebruikt worden. Ik zie VB al bezig: “Ha, Dedecker is 2 jaar met zijn eigen partij bezig en wil al minister worden, van establishment gesproken, de postjesjager”.
Het is dan ook een enorm riskante strategie. Voor iemand die zich opstelt als de vleesgeworden antipolitiek - en daarbij de ‘postjesjagers’ constant afbreekt – is openlijk toegeven dat je op een postje jaagt niet echt logisch.
Bij deze veronderstelling ga ik er wel vanuit dat Dedecker weet dat hij geen minister kan worden. De partijachterban én de andere partijen willen dit niet. Het is dus gewoon een domme strategische zet, niet meer dan dat.

2) Jean-Marie denkt echt dat hij minister kan worden na 2009 en bewijst daarmee dat zijn politieke inzicht lachwekkend is. LDD is een oppositiepartij die teert op populisme en afbrekende antipolitiek (waarbij enorm veel moeite wordt gedaan om te verbergen dat LDD een politieke partij is, en dus ook aan politiek doet…). In een regering is constructieve samenwerking en loyaliteit absolute noodzaak. Iemand als Dedecker kunnen ze daar missen als kiespijn.


En nu we toch bezig zijn kan ik evengoed mijn visie op de toekomst van de partij schetsen:
LDD even snel neergaan als opgaan. De partij biedt geen alternatief, wordt autoritair bestuurd en heeft geen natuurlijke maatschappelijke basis.
Nu denk u misschien: en VB dan, waarom is deze logica daar niet opgegaan?
Wel, daarvoor gaat het verklaringsmodel volgens mij als volgt:

1) De partij is niet zo snel vooruitgegaan, de eerste 15 jaar van het Blok waren verwaarloosbaar. Maar die jaren hebben wel de tijd gegeven een diep gewortelde organisatie met zeer trouwe militanten te vestigen.

2) Het VB heeft altijd al kunnen verdergaan op een Vlaamse ondertoon. De partij moest niet starten uit het niets, maar kon gebruik maken van een Vlaams-nationalistische ‘grondlaag’. Dit maakt een zeer groot verschil, want het geeft de partij een soort ‘historische legitimering’. Bij LDD is die voorgeschiedenis afwezig.

3) Het VB is altijd al het maatschappelijk buitenbeentje geweest. Een zeker stigmatisering maakt al lang deel uit van de partij, en daar hebben ze al veel van kunnen profiteren. Wie voor VB stemt steekt meestal een brug over die daarna instort. Alle buitenbeentjes vinden elkaar en worden zo overtuigd van hun eigen groot gelijk. Onder andere daardoor heeft het VB een zeer trouwe kiezersgroep. LDD heeft dit overduidelijk niet, want het wordt gezien als een aanvaardbaar alternatief. De grote kiezersgroep is dus een instabiele verzameling, die zeer snel terug kan overlopen.

LDD wankelt dus op een aantal domeinen, en niet in de minste plaats door interne contradicties:
- Hoe kan een autoritair bestuurde eenmanspartij zich op lange termijn blijven verdedigen als hét democratische alternatief?
- Hoe kan een politieke partij geloofwaardig aan antipolitiek blijven doen?
- Hoe kan een partij die unitaire en federalistische kiezers aantrekt zich Vlaams-nationaal profileren, of omgekeerd?
- Hoe kan een partij stabiel groeien door enerzijds VLD en SP.A kiezers en anderzijds VB kiezers te lokken?
- Hoe kan een partij die zich afbrekend/populistisch opstelt ooit deel uitmaken van constructieve besluitvorming zonder de eigen kiezers in het gezicht te spugen?

De elementen voor de ondergang van LDD zijn reeds aanwezig in de partij, het is een kwestie van tijd voordat die tot uiting komen.

dinsdag 25 november 2008

De verkeerde discussie

Marino Keulen weigert de benoeming van de 3 dissidente burgemeesters. Tegen de wil van Kris Peeters in dan nog. Als ‘goede Vlaming’ begint u onmiddellijk te juichen? Fout, want veel valt er hiermee niet te vieren.

De waarheid is dat niemand in de Vlaamse regering de burgemeesters wil benoemen. Dit is de ‘tweede cyclus’, de dissidenten zijn al een keer voorgedragen. Ze zijn dus niet benoemd en als er niets gebeurd blijft dat ook zo. Toch wil Minister Keulen per sé nog een keer zijn besluit formeel meedelen. Het resultaat? De derde cyclus zal starten, en over enkele maanden ligt het dossier weer op de Vlaamse regeringstafel. Waarom geeft Keulen toch zo graag aan de Franstaligen wat ze willen, met name een controverse?
Ze zijn niet benoemd en zolang niemand expliciet het tegendeel beweert blijft dat zo. Deze nieuwe afkeuring is overbodig, als Keulen zijn mond had gehouden was de benoeming er evenmin gekomen, enkel met minder kabaal. En laat dat kabaal nu net zijn wat die 3 apen uit de Vlaamse rand willen…

Het is dus niet zo dat Kris Peeters wou overgaan tot een benoeming, zoals her en der werd gesuggereerd. Hij wou enkel deze nieuwe cadeau voor onze Francofone medeburgers vermijden. Een ‘goede Vlaming’ kan met andere woorden enkele vaststellen hoe het Vlaamse front uit elkaar word gespeeld, terwijl de Franstaligen over de grond rollen van het lachen. Of waarom u altijd op u hoede moet zijn als Open VLD zich 'Vlaams' wil profileren.

Lachwekkend

Na het censureren van Plat Préféré heeft de Joodse gemeenschap in dit land nu ook commentaar op een advertentie die werd gepubliceerd ter promotie van het reisprogramma ‘Weg met De Soete’.

Concreet gaat het over een cartoon van een halfnaakte Hitler, met als onderschrift “Test het zelf, dit is het eerste beeld dat je tegenkomt als je op Google 'Duitser' intikt.”. Het was zodanig geregeld dat dit beeld ook effectief het eerste was dat je tegenkwam bij Google Afbeeldingen (nu niet meer, vanwege censuur).
Het was uiteraard grappig bedoeld, een promotieactie die moest aansluiten bij het speelse imago van Thomas De Soete. Maar de Franstalige koepel van Joodse campagnes heeft blijkbaar geen gevoel voor humor, want die dienen een klacht in bij het Centrum voor Gelijke Kansen.

Waar zijn die in godsnaam mee bezig? Hebben die dan helemaal geen voeling met de samenleving? Denken die nu echt dat de VRT en Thomas De Soete in het geheim een neonazistische organisatie hebben? Een beetje verdraagzaamheid zou hun geen kwaad doen. Als zelfs een grappige promotiecampagne niet meer kan zijn we verdorie ver aan het afdrijven. De Joodse Gemeenschap brengt hiermee de autoritaire samenleving dichterbij, niet de VRT.

Maar soit, als we dan toch bezig zijn met klachten indienen doe ik ook mee:
- Ik zou graag aanklagen dat vrouwen zwaar gediscrimineerd worden in de orthodoxe Joodse gemeenschap. Van een schending van de mensenrechten gesproken. Gelijkheid promoten tussen man en vrouw is daar bijna een zonde.
- Ik zou graag een klacht indienen tegen het meest racistische regime ter wereld: Israël. De grootste destabiliserende factor in het Midden-Oosten is immers niet Irak of Iran, dat is Israël. Dat gedrocht van een ‘land’ weigert elke serieuze dialoog en is permanent in strijd met een aantal VN-resoluties (onder andere door illegale Joodse nederzettingen).
Zonder dat zionistisch stukje gebied zou Iran er zelfs niet aan denken een atoomwapen te ontwikkelen…

Zonder da zionistisch stukje gebied waren de onderhandelingen over een NWVZ (Nucleair Wapen Vrije Zone) in het Midden-Oosten gelukt…

Zonder dat zionistisch stukje gebeid zou er amper antisemitisme zijn in de regio…

Zonder dat zionistisch stukje gebied is het fundamentalistische Hezbollah nog maar een schimp van zichzelf...

Dus kunnen we alstublieft ophouden met bleiten over een grappig bedoelde reclamecampagne voor een reisprogramma? Ik stel voor dat we de vrijgekomen tijd gebruiken om Israël voor het internationaal gerechtshof in Den Haag te krijgen. Eens zien wie dan een klacht voor racisme aan zijn been krijgt…

zondag 23 november 2008

Vl.Pro

Door een aantal interne strubbelingen (lees: de fraude van Bettina Geysen en verdeeldheid door zeer slechte peilingen) komen de VlaamsProgressieven terug wat meer in beeld. Maar wat mogen we nu eigenlijk verwachtten van die partij? Ik zal hier weergeven hoe ik de evolutie zie.

1) De partij zal terugkeren naar de naam spirit (‘Sociaal Progressief Internationaal Regionaal Integraal-democratisch Toekomstgericht’, als ik mij niet vergis). Hopelijk voor de partij deze keer met een deftige marketingcampagne. De naamsverandering is compleet mislukt, dus het is eigenlijk kiezen tussen een marketingstunt met ‘VlaamsProgressieven’ of de oude naam met een gerichte campagne ‘herlanceren’ (nog is een compleet nieuwe naam lanceren zie ik niet gebeuren, of ze moeten wel echt achterlijk zijn). Omdat spirit nu al een grotere naamsbekendheid heeft is een terugkeer naar die naam de meest logische optie.

2) Interim-voorzitter Nelly Maes heeft niet de draagkracht die nodig is om een partij door de komende verkiezingen te sturen. Zeker voor een partij met te weinig bekendheid is zij als compleet onbekende niet geschikt de partij te leiden. Ik verwacht daarom iemand die bekend is bij het brede publiek. Laten we even opsommen over wie er dan gesproken kan worden, en wat de hindernissen zijn.

- Geert Lambert
Zeker iemand met de nodige bekendheid, maar hij is al voorzitter geweest, niet echt vernieuwend dus. Bovendien is hij degene die federaal moet proberen de partij bekendheid te geven. Met maar 1 Senaatszetel is dat niet gemakkelijk, als hij dat wat goed wil doen heeft hij al zijn aandacht daarvoor nodig. Bovendien wil hij de partij een meer onafhankelijke koers laten varen, wat een eventuele integratie in SP.A kan tegenwerken (zie verderop in dit artikel).

- Bert Anciaux
Zonder twijfel bij de bevolking het boegbeeld van de Vl.Pro. Maar hij is al minister, daarbovenop nog een voorzitterschap is wel heel zwaar. Een weiziging van de statuten dringt zich dan op.
Als er tijdens de verkiezingscampagne een voorzittersdebat is waar Vl.Pro aan mag meedoen (en dat lijkt mij absoluut geen verworven recht) moet Bertje als minister én voorzitter debatteren. Dat lijkt mij nogal aan moeilijke spreidstand.

- Hier komt ie: Wouter Van Bellingen
De naam werd nog niet genoemd, maar ik zie hierin als outsider een grote kanshebber. Hij heeft een zekere bekendheid, al is zijn ervaring beperkt (zijn grootste verdienste nationaal is tot nu toe secretaris van een partij die 0,6% waard is). Ik zou niet weten hoe goed hij kan debatteren, dat kan eventueel een hindernis zijn.
Maar als de partij zich wil vernieuwen lijkt dit mij een goede keuze. Wouter kan zich bezighouden met de hervorming van de structuren en als spelverdeler. Hij is nu nationaal secretaris, en dus ga ik er vanuit dat hij goed op de hoogt is van de huidige structuur. De ‘grote figuren’ (na maagring nu iets minder letterlijk te nemen) kunnen dan de inhoudelijke vernieuwing op zich nemen. Zij zullen ook diegene zijn die worden uitgespeeld bij de verkiezingen, maar dan niet als voorzitter. Daardoor krijgen ze ineens wat extra vrijheid, want als voorzitter moet je toch altijd wat meer op je woorden letten.
Het is een gewaagde gok, maar toch zet ik mijn geld op Wouter Van Bellingen als nieuwe voorzitter (daar gaat mijn geloofwaardigheid als het anders uitdraait…).

3) Na de verkiezingen van 7 juni 2009 zal de partij geïntegreerd worden in SP.A als ze genoeg stemmen halen. Als ze echt rotslecht scoren (pakweg minder dan 1,2%) zal de boel gewoon opgedoekt worden. Genoeg scoren om onafhankelijk verder te doen lijkt mij onwaarschijnlijk, maar een 'Dedeckerke' is natuurlijk nooit volledig uit te sluiten.

woensdag 19 november 2008

Willy Claes liegt

Deze week staat er in het weekblag Knack een overzicht van de carrière van Oud-minister Willy Claes, naar aanleiding van diens zeventigste verjaardag. Hij geeft daarbij zelf commentaar bij een aantal historische gebeurtenissen.
Eén stukje daarvan maakt mij furieus. Willy Claes liegt zwaar over de rol die hij speelde in de Rwandese genocide. Ik zal hier dat stuk meegeven, voor wie het volledige interview niet gelezen heeft.

“In 1992 werd hij minister van Buitenlandse Zaken in het eerste kabinet van Jean-Luc Dehaene. Het is de periode van de moord op tien Belgische blauwhelmen in Rwanda en de daaropvolgende genocide. Een hardnekkig verhaal wil dat de secretaris-generaal van de Verenigde Naties Boutros Boutros-Ghali de Belgen gevraagd zou hebben om te blijven, waarop Claes geantwoord zou hebben: ‘Ik ben niet gek. Ik ga mijn politiek hoofd in België niet riskeren.’
We leggen hem een citaat voor uit ‘Het complot van België’ van Chris De Stoop: ‘Om gezichtsverlies te voorkomen, hadden de Belgen diplomaten uitgestuurd naar alle betrokken regeringen, hun afgezanten in de Veiligheidsraad in New York laten belegeren en het met de Amerikanen op een akkoordje te gooien. De blanken redden, de Rwandezen achterlaten, inpakken en wegwezen. Que les sauvages restent entre eux. Was het dan niet toevallig dat de atlantist Claes een paar maanden later promoveerde tot secretaris-generaal van de NAVO?’
Een diepe zucht: ‘Je kunt natuurlijk eindeloos blijven discuteren of onze militairen de genocide hadden kunnen beletten, als ze gebleven waren. Ik weet het niet. Maar ik weet wel dat er na de moord op de tien para’s niet alleen binnen de politieke wereld – de regering en het parlement – maar ook in de media een totale consensus was om onze troepen uit Rwanda terug te trekken.
‘Het is natuurlijk gemakkelijk om de geschiedenis achteraf te herschrijven. Wat er toen in Rwanda is gebeurd was een vreselijke nederlaag voor heel de beschaafde wereld en dus ook voor ons. Het is niet iets waar ik met fierheid aan terugdenk, maar we stonden er ook zo verdomd alleen voor. En de waarheid heeft haar rechten: het klopt absoluut niet dat we het met de Amerikanen op een akkoord hebben gegooid. Hoe vaak heb ik er bij mijn Amerikaanse collega Warren Christopher en bij Bill Clinton niet op aangedrongen om het mandaat van de blauwhelmen in Rwanda te versterken? En hoe vaak heb ik mijn collega’s in de Europese Raad van ministers niet proberen te overtuigen van de noodzaak van een Europees initiatief? In beide gevallen was de reactie: forget it.
'Er zijn mensen die zeggen dat wij wisten dat er een genocide op til was. Maar ik zweer u op het hoofd van mijn kinderen en mijn kleinkinderen: noch onze ambassadeur in Kigali, nog ikzelf hebben dat ooit geweten. Wat wel klopt, is dat een dubbelagent ter plaatse ons getipt had dat er in het geheim en op grote schaal machetes werden gefabriceerd. Het is de man die nu voor u zit die toen Boutros-Ghali heeft gealarmeerd en gevraagd heeft dat onze blauwhelmen de toestemming zouden krijgen om die wapens in beslag te nemen. Dat is geweigerd. We konden dus niet ingrijpen.'"


Wat een onzin kraamt die man nu uit? Om te weerleggen dat hij het op een akkoordje heeft gegooid met de Amerikanen (iets dat ondertussen zeer ruim gedocumenteerd en bewezen is) haalt hij de verkeerde feiten aan.
Het is inderdaad zo dat de Belgische delegatie bij de VN heeft gepleit voor een uitbreiding van de Unamir-missie (de toenmalige missie van de blauwhelmen in Rwanda). Maar dat was vóór de dood van de 10 Belgische soldaten. Na die gebeurtenis heeft de Belgische overheid weldegelijk zeer sterk gelobbyd om de volledige missie terug te trekken.
Claes deed er alles aan zich ‘in te dekken’, uit schrik voor internationale commentaar werd ervoor gepleit de volledige missie op te doeken om de terugtrekking van de Belgen te verbergen. En het is verdorie nog gelukt ook.
Bovendien liegt de oud-minister als hij beweert dat hij niet op de hoogte was van een op til zijnde genocide. Hij geeft wel toe dat hij wist van de geheime productie van enorme hoeveelheden machetes. Nu moet hij mij is komen uitleggen waarom de hij band niet heeft gelegd tussen die machetes en de genocide. Iedereen die logisch nadenkt weet toch dat machetes die in het geheim gemaakt worden niet dienen voor de oogst van maïs…
De Belgische regering was wel degelijk goed op de hoogte van de echte situatie in Rwanda. Meer zelfs: door een laffe terugtrekking is de toenmalige Belgische regering mee verantwoordelijk voor de moord op 800 000 tutsi’s en gematigde hutu’s. Claes probeert dat te verbergen, en durft dat zelfs te zweren, de vuile leugenaar.
Ik snap niet dat Willy Claes zich nog niet onder een trein heeft gegooid, ik zou met zoiets op mijn geweten niet kunnen slapen.

maandag 17 november 2008

Herman De Croo

Parlementslid Herman De Croo (Open VLD) heeft vandaag een pamflet voorgesteld waarin hij bepleit dat de splitsing van België onhaalbaar is.

Laat mij beginnen met te stellen dat ik enorm blij ben dat iemand als De Croo het debat aangaat. Die man kun je nu toch echt niet verdenken van enige Vlaamse reflex. Ik ga daarom zeer graag het debat aan, en zal hier al reageren op enkele opmerkingen die gemaakt werden tijdens de boekvoorstelling. Een volledige commentaar volgt uiteraard als ik het volledige boekje heb gelezen.

1) Hoe gaat men de openbare schuld verdelen?
Rudy Aernoudt kwam eerder al aandrijven met dit redelijk rare argument. De verdeling van de staatsschuld zal onderhandeld moeten worden. Als je op voorhand een antwoord wil op de uitkomst van deze onderhandelingen heeft het uiteraard niet veel zin dat je überhaupt nog aan de onderhandelingen begint…
Het uitgangspunt kan zijn dat ieder gewest (niet de gemeenschap, wegens internationaal een te ambigu concept), evenredig met zijn economische positie, een deel van de schuld op zich neemt. Concreet kan het BBP/capita gebruikt worden, al is ook dat voor discussie vatbaar.
Dit neemt niet weg dat de verdeling van de schuld integraal deel zal uitmaken van een breder onderhandelingspakket. De verdeelsleutel die men uiteindelijk zal overeenkomen kan zo gekoppeld worden aan andere zaken.
Misschien is het een optie Brussel ‘af te kopen’. Vlaanderen neemt dan een groter deel van de schuld op zich dan de evenredige verdeling, maar ‘krijgt’ in ruil de bevoegdheid over Brussel, eventueel als ‘voogdijgewest’. Zo behoudt Brussel een verregaande onafhankelijkheid maar heeft het internationaal wel de positie als onderdeel van Vlaanderen. Want laat ons eerlijk zijn: Brussel is een gewest op zich met zeer specifieke eigenschappen, Brussel is echt niet zo Vlaams als sommigen ons willen doen geloven. Een volledig onafhankelijk Brussel is dan weer een stap te ver, dat lijkt mij te riskant.
Een andere mogelijkheid is dat Vlaanderen in ruil voor een grotere bijdrage, een groter deel van het ‘nationaal patrimonium’ krijgt. Ik denk dan concreet aan zaken als de Koninklijke bibliotheek en dergelijke.

2) Wordt zo’n Europees land erkend?
Ja, maar dat is niet het juiste argument tegen een splitsing.
Als ik België zou willen verdedigen, dan lijkt het argument ‘zal Europa een splitsing accepteren?’ mij veel beter. Want ook daar moet de Vlaamse beweging eerlijk zijn en open kaart spelen. Europa zal een splitsing tegenwerken en zal zeer sterk proberen te verhinderen dat het voor een voldongen feit wordt gesteld. De EU wil echt niet dat een land in het centrum van Europa splitst en zal zeer grote druk uitoefenen voor én achter de schermen.
Dat is volgens mij het belangrijkste argument tegen een splitsing. Jammer genoeg gaat de discussie niet zo ver, men houdt zich liever bezig met oppervlakkige argumenten. De meest belangrijke discussie over een mogelijke splitsing – met name het internationale aspect – komt niet aan bod.
Dus bij deze een tip voor alle belgicisten: als je de gemiddelde Vlaams-nationalist verbaal in de hoek wil zetten moet je gewoon stellen dat een onafhankelijk Vlaanderen in Europa wel zou erkend worden, maar dat de EU het nooit zover zal laten komen.
Die druk van de EU is niet onoverkomelijk, maar het is wel iets waar de Vlaamse Beweging zich dringend over moet bezinnen. Hoe zullen we omgaan met die druk? Stel dat het ooit zover komt dat Vlaanderen zich volledig vrij kan ontplooien binnen België (dus de facto een Belgische structuur die er enkel pro forma is, maar geen belangrijke eigen bevoegdheden heeft), is het dan nog nodig tegen de EU in te gaan? Misschien kunnen we dan gewoon een onderhandeling over een splitsing op de rails zetten. Als de druk van de EU beperkt blijft en de splitsing komt er, is dat des te beter. Maar als de druk van de EU te groot blijkt kunnen we serieuze toegevingen afdwingen van Europa (onder het motto 'oké we zullen niet splitsen, maar dan willen we wel...')en dan verder doen met een lege Belgische doos als ‘symbool’.
Zoveel mogelijkheden, zolang Vlaanderen maar echte autonomie heeft. Dat is waar het echt over zou moeten gaan, over symbolen discussieren heeft ons al te vaak van de kern van de zaak doen afwijken

3) Blijf je een onafhankelijk land Vlaanderen zonder de kolossale meerwaarde van de hoofdstad?
Oké, laten we even veronderstellen dat na de langzame ontmanteling van de Belgische lijk het resultaat is dat Brussel geen onderdeel uitmaakt van het Vlaamse bestuur. Over hoe ongelofelijk onwaarschijnlijk dat is en wat er dan wél met Brussel zou gebeuren praten we nu even niet.
U bent mee? Wel, neem er dan even een landkaart bij en stel u voor dat Brussel geen bestuurskundige band heeft met Vlaanderen.
Wat stellen we vast? Inderdaad, onze huidige hoofdstad is geografisch ingesloten door ons kleine landje. Niemand zal na de splitsing van België op het lumineuze idee komen Brussel op wieltjes te zetten en het over de grens te rollen (oké, op Olivier Maingain na). Het derde gewest zal geografisch altijd deel blijven uitmaken van Vlaanderen. Dat heeft heel wat gevolgen, waarvan ik de twee belangrijkste even aanstip:
a) Er zal altijd een band zijn tussen Brussel en omgeving (lees: Vlaanderen), simpelweg omdat de economische ruimte de grenzen van het kleine gewest ruim overstijgt.
b) Vlaanderen zal altijd kunnen ‘profiteren’ van de economische motor Brussel. We kunnen bijvoorbeeld een beleid uitwerken waarbij we de hoogtechnologische bedrijven uit Brussel door een fiscaal gunstig regime naar de Vlaamse rand rond Brussel lokken. Die ondernemingen kunnen blijven gebruik maken van de Europese hoofdstad als internationale uitvalbasis, maar wel met de hoofdzetel vlak over de grens. Of heeft De Croo nog nooit van het Schengen-akkoord en de vrije handelsruimte binnen de EU gehoord?
Dit is maar één heel concreet voorbeeld, de mogelijkheden zijn met voldoende creativiteit eindeloos.

Hebt u ongeveer door waar ik naartoe wil? Zelfs als Brussel niet integraal deel uitmaakt van Vlaanderen zal er op termijn per definitie een evolutie zijn naar een zeer sterk samenwerkingsverband tussen de Vlaamse en Brusselse overheid. U denkt toch niet dat Brussel het zou laten gebeuren dat de hoogtechnologische industrie over de grens trekt? De hoofdstad zal in zo’n geval smeken om meer samenwerking. Op korte termijn is een ‘verlies’ van Brussel mogelijk, maar op lange termijn tart een dergelijke structuur alle politieke wetten.
Ik zou de stelling van De Croo daarom willen omdraaien: blijf je een onafhankelijk Brussel zonder de kolossale meerwaarde van Vlaanderen?

woensdag 12 november 2008

Dramapolitiek

Blijkbaar is het een hoofdpunt in het nieuws waard dat het onderzoek naar Karel De Gucht wordt overgenomen door het hof van beroep. Ze durven er bovendien met een gladgestreken gezicht aan toevoegen dat deze procedure volgens Didier Reynders (!) gebruikelijk is “omdat het gaat om een minister in functie”.

Dit is de dramapolitiek ten top gedreven. Uiteraard gaat deze zaak naar het hof van beroep, dat is een standaardprocedure! Een misdrijf door een minister in functie wordt altijd behandelt door het hof van beroep, zonder uitzondering. Ik snap totaal niet waarom dit plots een hoofdpunt in het nieuws is, laat staan dat Didier Reynders hier uitleg bij moet geven.

Kennen ze op de nieuwsredacties nu echt niets van de wetgeving? Ze zouden zich beter bezighouden met belangrijke onderwerpen, niet met deze achterlijke dramapolitiek. Laat het gerecht zijn werk doen, en doe in godsnaam niet alsof het volgen van een standaardprocedure ‘nieuws’ is.

maandag 10 november 2008

De EU en Congo

De Europese ministers van Buitenlandse zaken hebben besloten geen Europese troepenmacht te sturen naar de Oost-Congolese provincie Noord-Kivu. Om toch wat daadkracht te tonen stelden de ministers dat de VN-vredesmacht (MONUC) moest uitgebreid worden , want “die zou ook moeten kunnen verhinderen dat regeringstroepen wandaden begaan en de bodemschatten in Oost-Congo worden geplunderd”.

Het is natuurlijk gemakkelijk op die manier je geweten te zuiveren bij de Europese bevolking. Maar pleiten voor een uitbreiding van het MONUC-mandaat is hier compleet naast de kwestie. Het mandaat is sinds de nieuwe resolutie van 2004 (resolutie 1565 voor wie het echt wil weten) immers redelijk uitgebreid. Om dit te bewijzen zal ik een kort stukje citeren uit de resolutie:

“The Council decided that MONUC will have the following mandate:

- to deploy and maintain a presence in the key areas of potential volatility in order to promote the re-establishment of confidence, to discourage violence, in particular by deterring the use of force to threaten the political process, and to allow United Nations personnel to operate freely, particularly in the Eastern part of the Democratic Republic of the Congo;

- to ensure the protection of civilians, including humanitarian personnel, under imminent threat of physical violence,”

Op basis hiervan is het perfect mogelijk op te treden tegen plunderende regeringstroepen. Het gaat dan immers om de bescherming van burgers tegen geweld. Wie dit geweld wordt uitgelokt maakt niet uit, de MONUC heeft permanent de plicht op te treden tegen plunderaars. De herkomst van de plunderaars (mai-mai milities, CNDP, FDLR, …) is irrelevant als er burgers in gevaar zijn, en dat weten de EU-buitenlandministers goed genoeg.
Nochtans heeft de VN-vredesmacht niet opgetreden toen enkele dagen geleden Congolese regeringstroepen de stad Goma plunderden. Dat viel expliciet onder hun bevoegdheid, maar er waren gewoon nier genoeg troepen om weerstand te bieden.

Het is al te gemakkelijk de schuld door te schuiven naar de VN, want de prioriteit is niet de uitbreiding van het MONUC-mandaat. De klemtoon moet liggen op een krachtdadige versterking van de blauwhelmen ter plekke om op korte termijn de burgers te beschermen. Er zijn niet genoeg troepen om het huidige mandaat uit te voeren, wat heeft het dan voor zin dat mandaat uit te breiden?

De aandachtige lezer heeft waarschijnlijk al begrepen dat er concreet drie opties zijn op militaire vlak.
1) Het mandaat van de MONUC terugschroeven om de overbelaste troepen te ontlasten.
2) Dit mandaat behouden en extra tropen sturen om het af te dwingen. Ik schat dat we dan spreken over een extra troepenmacht van 2000 à 3000 militairen.
3) Het mandaat uitbreiden en bijhorend extra troepen sturen. Als het mandaat zodanig wordt gedefinieerd dat ook de bescherming van grondstoffen in Oost-Congo bij de opdracht van de MONUC hoort, spreken we over 5000 extra militairen als absolute minimum. (Dit kan eventueel door een bijkomende Europese troepenmacht te sturen die onder VN-autoriteit opereert, maar de EU-buitenlandministers hebben deze optie vandaag afgeschoten).

Het is aan de ministers om te beslissen, maar pleiten voor een uitbreiding van de VN-vredesmacht én tegelijk extra troepen weigeren is een complete contradictie. Het is tijd dat de ministers verantwoordelijkheid nemen en aan de bevolking zeggen waar het op staat.

dinsdag 4 november 2008

Waar het echt om gaat

Ik ga niet beginnen met analyses van de Amerikaanse politiek. Toch zou ik graag een opmerking maken over iets dat mij enorm stoort aan de berichtgeving rond de presidentsverkiezingen.

Er wordt enkel aandacht besteed aan de strijd tussen Obama en McCain, terwijl het om veel meer gaat dan dat. Er zijn ook verkiezingen voor het Huis van Afgevaardigden, 1/3 van de Senaat (enorm belangrijk), 11 gouverneursverkiezingen, referenda (vaak om publiek te trekken naar de stembus door gevoelige onderwerpen te kiezen), etc.
Vooral de verkiezing van 1/3 van de Senaat is van een enorm belang. Als de democraten 60 Senatoren hebben (op een totaal van 100) kunnen ze echt dingen doordrukken. Dat is namelijk de minimum die je nodig hebt om het filibusteren van de oppositie te breken. Als de democratische partij minder dan 60 Senaatszetel heeft na deze verkiezingen kan Obama geen enkel van zijn 'grote' programmapunten verwezenlijken. Universele gezondheidszorg, extra taksen voor grote oliebedrijven (meer specifiek een zogenaamde ‘windfall tax’), meer inspanningen tegen milieuvervuiling, ... zijn allemaal wetten die onmogelijk door de Senaat geraken als de Republikeinen 40 of meer Senaatszetels hebben. In de verkiezingen zijn veel beloftes gemaakt die niet zullen worden ingelost, maar zonder een stevige meerderheid in de Senaat zal Obama wel heel veel beloftes moeten breken.

donderdag 30 oktober 2008

Verhofstadt

De laatste tijd zijn er geruchten dat Guy Verhofstadt zou willen terugkeren naar de nationale politiek. Opvallend, want een jaar geleden was er nog sprake van een Europees project.

Ik vind dat het de taak is van Verhofstadt om op te komen voor de Europese verkiezingen in 2009. De oud-premier is vanzelfsprekend een bekend figuur in dit land, en kan op heel wat belangstelling rekenen. Als hij de Europese lijst van Open VLD zou trekken kan hij een debat op gang trekken over de toekomst van het Europese project. Ook Jean-Luc Dehaene ziet een nieuw europees mandaat wel zitten, dus een sterke debatpartner is al aanwezig.

Mijn grootste vrees is dat de Europese verkiezingen nog maar is zullen worden platgewalsd door de nationale politiek. Iemand als Verhofstadt kan dat voorkomen door zijn volle politieke gewicht op de Europese zaak te gooien, en hij is de enige die genoeg aanzien heeft om dat met succes te doen.

Bij deze hoop ik ten zeerste dat Guy Verhofstadt de Europese lijst trekt en een debat over de EU kan opwekken, want dat heet dit landje enorm hard nodig.
Verhofstadt, als je dat doet vergeef ik je alle blunders en het wanbeleid van 8 jaar Paars. Dan mag je van mij zelfs de verkiezingen winnen als beloning. Maar laat je alstublieft niet verleiden door de gemakkelijke, snelle macht en invloed op korte termijn in de nationale politieke, er zijn grotere belangen dan dat. Voor die keer dat België je is écht nodig heeft...

zondag 26 oktober 2008

Het goede doel

Nog steeds geen nieuws vanuit het Paleis der Naties, dus wederom een artikel met een korte reflectie op een bepaald aspect van de maatschappij. Deze keer zou ik graag een nieuwe denkpiste aanreiken over geldinzameling voor het goede doel.

Eén van de grootste problemen waar NGO’s mee kampen is de mobilisatie. Een grote groep mensen op de been brengen om geld te vragen of gewoon om een boodschap te brengen aan de overheid is niet simpel. Soms lukt het (bijvoorbeeld ‘Music For Life’ van StuBru), maar meestal kan deze hindernis niet overwonnen worden.
Daarom is het misschien geen slechte zaak om is na te denken over hoe we evenementen die reeds sterk mobiliserend werken, kunnen gebruiken om er een goed doel aan te koppelen.
Hierbij denk ik bijvoorbeeld aan internationale voetbalwedstrijden (UEFA, WK, …) of andere grote sportmanifestaties. Een voetbalwedstrijd met internationale uitstraling lokt tienduizenden mensen naar het stadium, en nog is een groot veelvoud van dat aantal volgt de uitzending op televisie. Aan aandacht is er dus geen gebrek.

Op zich zorgt een mobilisatie er natuurlijk nog niet voor dat er geld in het de kas van NGO’s terecht komt. Daarvoor zou ik graag nog een extra factor willen koppelen. Namelijk: wie bezit er genoeg geld om ook effectief geld te geven aan het goede doel via bijvoorbeeld een sportevenement? Hiervoor kijk ik naar de bedrijven, en dan vooral naar de grote multinationals. Die bezitten enorme bedragen, zodat geld geven aan het goede doel er wel af kan. Het probleem is dat die bedrijven dat niet zomaar zullen doen. Enkel als het binnen het marketingplaatje past zullen bedrijven als microsoft, coca-cola, etc. aan liefdadigheid doen.

Deze twee factoren (de mobilisatiekracht van grote voetbalwedstrijden + de voorwaarden om aan liefdadigheid te doen voor multinationals) in het achterhoofd houdende zou ik een vernieuwend voorstel willen doen.
Stel dat er voor elk gescoord doelpunt 20 000 euro aan het goede doel wordt geschonken, en dat bedrijven dit bedrag kunnen sponsoren. Concreet: als bijvoorbeeld coca-cola 40 000 euro geeft aan de organisatie van de voetbalwedstrijd zal er na het scoren van het eerste en het tweede doelpunt zeer duidelijk worden vermeld dat coca-cola 20 000 euro schenkt aan het goede doel.
Voor de marketing van het bedrijf is dit een voordelige zaak, en voor het goede doel is dit een mooi bedrag.
Het spreekt voor zich dat dit niet bij elke wedstrijd zo kan zijn, want dan raakt het concept uitgemolken en zullen de toeschouwers er niet veel aandacht meer aan besteden. Maar als bij een aantal grote wedstrijden (en dit kan uiteraard ook op andere disciplines worden toegepast) dit systeem word toegepast kan dit een stevige bron aan inkomsten zijn voor de NGO’s.

Dit lijkt mij een interessant idee waarbij een mix wordt gemaakt van marketing, mobilisering en het goede doel. Het is voorlopig slechts een denkoefening - er is duidelijk nog verdere uitwerking nodig (het is bijvoorbeeld mogelijk niet met een vast bedrag te werken per doelpunt, maar de potentiële sponsors tegen elkaar te laten opbieden voor de match) - op termijn lijkt mij dit echter een haalbaar concept waar men zeker over kan nadenken.
Ook de NGO's moeten in de 21ste eeuw met nieuwe ideeën blijven komen, creativiteit moet daarbij het uitgangspunt zijn.

woensdag 22 oktober 2008

Sociale hypochondrie

Er is op dit moment weinig nieuws over de communautaire kwesties, dus moet ik noodgedwongen andere onderwerpen aansnijden. Erg vind ik dat absoluut niet, want het geeft mij de kans om wat maatschappijkritiek neer te schrijven. Een eerste aandachtspunt is – hoe kan het ook anders – de kwestie van integratie en/of multiculturaliteit.

Mijn visie op integratie heeft de laatste jaren een duidelijke evolutie ondergaan. Het voordeel daarvan is dat ik veel heb nagedacht over het onderwerp en nu een coherente en doordachte visie kan voorleggen. Uiteraard zou het te moeilijk zijn om het volledige verhaal hier uit te schrijven, ik zal dus focussen op één specifiek aspect van integratie.

Waar ik graag de aandacht op zou vestigen is het sociologische fenomeen dat een bepaalde groep/gemeenschap/… zichzelf probeert te ‘beschermen’. In de eerste plaats gebeurd dit door ‘vreemde elementen’ uit te sluiten of toch op zijn minst te negeren. Recent werd dit proces op het niveau van de samenleving door Willem Schinkel nog prachtig omschreven als ‘Sociale Hypochondrie’. Een perfecte term die de essentie op een sublieme manier weet te vatten.
De stelling die Schinkel poneert is dat ‘integratie’ dient als een moreel schaamlapje om uitsluiting te verantwoorden. Een radicaal standpunt, maar wel eentje dat een grond van waarheid bevat. Mijn eigen analyse sluit niet volledig aan bij die van Schinkel (bijvoorbeeld zijn oplossing “schaf integratie af, want het is een waardeloos gegeven” vind ik te kort door te bocht), maar toch zou ik zijn jongste boek (‘denken in een tijd van sociale hypochondrie’) willen aanraden. Maar soit, we wijken af, terug naar mijn visie op integratie die u hieronder onverbloemd krijgt voorgeschoteld.

Het verschil tussen ‘allochtoon’ en ‘autochtoon’ wordt te strikt gemaakt, en bovendien wordt het fout toegepast. Niemand kan een definitie geven van het begrip ‘allochtoon’ (in het Vlaams parlement voeren ze hierover in de commissie inburgering sporadisch een debat, maar nooit komt er duidelijkheid). Toch is het een term die we enorm veel gebruiken. De fout in het denken die we maken is dat we de overgang van ‘allochtoon’ naar ‘autochtoon’ onmogelijk maken.
Iemand is allochtoon als hij een bepaalde huidskleur heeft, dat is de manier waarop de term gebruikt wordt. Hoe lang die persoon hier al woont doet er blijkbaar niet toe. Je wordt ook omschreven als allochtoon als je hier al heel je leven woont en enkel Nederlands en/of Frans spreekt, iets dat op zich eigenlijk compleet onlogisch is.

Dit brengt ons bij de ‘integratie’, een concept dat volgens mij door de samenleving in stand wordt gehouden om de overgang van ‘allochtoon’ naar ‘autochtoon’ te vermijden. Een allochtoon moet tegenwoordig een inburgeringcursus volgen, maar blijft wel een allochtoon. Zelfs als de persoon in kwestie hier is geboren, beter Nederlands spreekt dan de gemiddelde West-Vlaming en 35 inburgeringcursussen heeft gevolgd zal hij niet als autochtoon worden beschouwd. Waarom niet? Waarom zouden allochtonen moeite doen om zich aan te passen als ze op het einde van de rit toch nog gewoon als ‘allochtoon’ worden beschouwd? Eigenlijk wil de samenleving die ‘vreemde’ elementen niet opnemen, en daarom gaan we ons verschuilen achter een concept als ‘integratie’. Zo kan de samenleving zeggen “wij willen die mensen wel opnemen, kijk maar naar onze aandacht voor integratie”. Compleet belachelijk uiteraard, want die ‘integratie’ werd juist opgericht om ons achter te kunnen verschuilen - wat dat doel betreft kunnen we alleszins zeggen dat ‘integratie’ geslaagd is.

Voor de gemiddelde allochtoon daarentegen is integratie een leeg concept waar hij of zij amper iets aan heeft. Zolang de samenleving weigert allochtonen te laten evolueren naar autochtonen is integratie waardeloos en niets meer dan een hypocriet schaamlapje. Op dit moment gaat het zelfs zo ver dat we beginnen met een inburgeringcursus.
(Nu zegt u misschien: wat zevert die nu allemaal, er is toch niets mis met inburgering? Wel, ik ben het met u eens, maar het is fout de kwestie te personaliseren. Het gaat hier over de beschrijving van een breed maatschappelijk proces, het is belangrijk dat in het achterhoofd te houden.)
Het doel van die inburgeringcursus lijkt duidelijk: integratie. Maar het concept ‘integratie’ is compleet leeg, het bestaat alleen oppervlakkig en bij gratie van een zichzelf afschermende samenleving. De inburgeringcursus is daarom op dit moment niets anders dan een institutionalisering van het kunstmatige en subjectieve onderscheidt dat we maken tussen allochtonen en autochtonen. Het is bijvoorbeeld niet de bedoeling dat autochtonen zo’n cursus volgen, wat het onderscheidt dat we vanuit onze perceptie maken tussen allochtonen en autochtonen verscherpt.

Het debat spitst zich onterecht toe op de integratie, een afleidingsmanoeuvre om niet te moeten discussiëren over de onwil van de samenleving om ‘vreemde elementen’ echt op te nemen. Zolang het voor iemand met een andere huidskleur onmogelijk blijft om als autochtoon gepercipieerd te worden is elke inburgeringcursus bij voorbaat gedoemd.
We zullen moeten toegeven dat het fout is integratie te vereenzelvigen met een kwestie van allochtonen. Ook autochtonen zullen zich moeten aanpassen, we zullen moeten aanvaarden dat we ook ‘vreemde elementen’ (misschien heeft dit een negatieve connotatie, maar zo is het uiteraard niet bedoeld, het gaat puur om een sociologisch begrip) moeten opnemen in onze samenleving.

Zolang we bezig blijven met concepten als ‘integratie’ te bediscussiëren zijn we fout bezig. Het is immers compleet belachelijk om te discussiëren over een concept dat we zelf hebben uitgevonden om een discussie te vermijden over meer fundamentele kwesties en (uitsluitings)processen.
Die maatschappelijke bewustwording zal nog wel een tijdje duren, tot dan blijven we verstrikt in een hypocriete discussie waarin zelfkritiek op maatschappelijk niveau uitgesloten is.

vrijdag 17 oktober 2008

Citibank

De kwestie bij Citibank heeft niets met de staatshervorming te maken, maar toch wil ik daaromtrent mijn frustraties even kwijt op het wereldwijde net.
Voor wie niet weet waarover het gaat even een korte schets: Citibank heeft fondsen verkocht met aan zijn klanten met de mededeling dat het 100% veilig. Die veiligheid is/was er door de kapitaalgarantie. Het probleem is dat Lehman Brothers door een constructie voor die kapitaalgarantie borg stond. Die onderneming is ondertussen failliet, met een hele hoop zeer vervelende gevolgen.Tot zover de situatie.
Het is niet de constructie van de kapitaalgarantie die mij dwarsligt, maar wel de walgelijke beslissing van Citibank. Heel wat mensen vertrouwden hun bankier en hebben spaargeld geïnvesteerd in zo’n fonds, ze kregen immers te horen dat het volledig veilig was. Nu reageert Citibank doodleuk op het failliet van Lehman door een brief te schrijven aan alle klanten met de mededeling dat ze hun geld kwijt zijn. Tot zover de ‘kapitaalgarantie’. ‘zonder risico’ klinkt plots wel heel leeg.
De gevolgen van dit wansmakelijke beleid zijn tweeledig:

1) Dit is een groot item in het nieuws, waardoor de volledige bevolking zijn bank nog minder zal vertrouwen. De mensen krijgen nu het gevoel dat banken zelfs voor gegarandeerde fondsen hun verantwoordelijkheid niet meer willen opnemen. Een zoveelste slag in het gezicht van de kleine spaarder en een verdere afbrokkeling van het vertrouwen in het banksysteem dringt zich op.
2) De klanten van het fonds bij Citibank worden opgelicht, iets dat ethisch totaal niet te verantwoorden is.

Dat Lehman Brothers failliet is heeft niets direct met de klanten van Citibank te maken. Citibank moet dan ook zijn verantwoordelijkheid nemen en zijn klanten volledig zelf terugbetalen, een ‘kapitaalgarantie’ noemen ze zoiets…

zondag 12 oktober 2008

Namen noemen

Het is nog 8 maanden tot aan de verkiezingen, maar de eerste belangrijke peiling is er al. Volledig terecht wordt er veel aandacht besteed aan de enorme sprong die LDD zou maken. Ik heb hier echter al meermaals aandacht aan besteed, en zal daar dus niet verder op ingaan.

Waar ik wel even over wil zeveren is hoe zo’n verkiezingsuitslag een werkbare coalitie kan opleveren op Vlaams niveau (over verkiezingen op het federale niveau zal ik het in een volgende post hebben).
Laten we maar ineens met de deur in huis vallen: als de peiling effectief de verkiezingsuitslag zou worden is een heruitgave van de huidige coalitie (Open VLD + CD&V + SP.a/Vl.Pro) de enige uitweg. Er zijn theoretisch nog mogelijkheden, maar in de praktijk is dat pure fictie. Zo is LDD aan een linkse partij (lees: Groen! of SP.a) koppelen bij voorbaat uitgesloten.
De andere coalities met een meerderheid die dan nog overblijven (met name CD&V + N-VA + Open VLD + Groen! of CD&V + Open VLD + LDD) zijn politiek niet haalbaar.

Een verkiezingsuitslag zoals in de peiling heeft het voordeel van de duidelijkheid, maar de politici worden wel voor het blok gezet. Bovendien is een tripartite geen ideale regeringsvorm, omdat er overduidelijk ideologische verwatering optreed. Kijk maar naar de regeringsverklaring die Kris Peeters enkele weken geleden heeft afgelegd. Een hele hoop ditjes en datjes, voor elke regeringspartij wat wils. Maar van een echt project is totaal geen sprake, iets of wat begeestering is zeer ver te zoeken. Met wat pragmatische ingesteldheid regeren kan geen kwaad, maar een overdaad daaraan zorgt op termijn voor een kloof tussen de kiezers en de politici.

Het is trouwens de eerste keer dat ik op basis van een peiling de samenstelling van de regering duidelijk kan vooropstellen. Maar ik kan bezwaarlijk stellen dat ik daar blij om ben…

woensdag 8 oktober 2008

Zijn er mogelijkheden?

De Franstalige onderhandelaars zijn eindelijk bekend, en de samenstelling is alles behalve verrassend. Wat aansluitend op de voorstelling van de Franstalige ploeg gebeurde is daarom veel interessanter. Het CDH verspreidde een persbericht met daarin de 5 basisprincipes voor de onderhandelingen:

1) La non remise en cause de la solidarité interpersonnelle et notamment de la sécurité sociale;
2) L’absence de concurrence fiscale importante entre Régions;
3) Le financement adéquat des compétences transférées et le respect de la loyauté fédérale;
4) Une révision équilibrée de la loi de financement répondant notamment aux besoins de refinancement de la Région bruxelloise et aux autres besoins de la Communauté française et de la Région wallonne;
5) La défense des droits des francophones autour et dans Bruxelles.

In een open brief aan De Standaard zegt PS-voorzitter Elio Di Rupo ongeveer hetzelfde.
Het valt op hoe de Franstaligen hervallen in een oude strategie: “Vlaanderen meer bevoegdheden = Franstaligen meer geld”. In alle voorgaande hervormingen was geld een van de middelen om de Franstaligen tot meer toegeeflijkheid te brengen. Verhofstadt heeft die manier van werken echter de doodsteek gegeven, het Lambermontakkoord regelde immers zoveel geld voor de deelstaten dat er niet veel overblijft dat de federale overheid nog kan uitdelen.
Als de Franstaligen meer financiële middelen willen blijft er kortweg maar 1 donor over: Vlaanderen. Maar zal Vlaanderen wel in staat zijn de staatshervorming af te kopen? En moet/mag Vlaanderen op die maner werken?
Persoonlijk denk ik dat we op die manier naar oplossingen moeten zoeken, omdat het pragmatisch gezien de enige uitweg is. Een staatshervorming levert Vlaanderen op de langere termijn enorm veel op, nu een eenmalige betaling doen weegt daar wel tegen op. Als een deel van dat geld bovendien naar Brussel gaat (toch nog altijd de hoofdstad van heel België, niet enkel van de Franstaligen), kan ook Vlaanderen daarvan profiteren.
Voor alle duidelijkheid: het is niet de bedoeling dat de transfer het bedrag overschrijdt dat Vlaanderen vermoed te winnen bij de staatshervorming. Het is puur een middel om iets los te krijgen bij de Franstaligen.

Voor de radicale vleugel van de Vlaamse Beweging zal het afkopen van een hervorming onaanvaardbaar zijn. Maar wie er dieper over nadenkt ziet dat het niet de slechtste uitweg is. Institutionele toegevingen (vb: nog meer rechten voor Franstaligen in faciliteitengemeenten) worden meestel verankerd in de grondwet of in een bijzondere wet, en dat kun je niet zomaar veranderen. Een transfer daarentegen is eenmalig en absoluut niet bindend voor toekomstige generaties. Geld geven zorgt 1 keer voor problemen, institutionele toegevingen zullen ons blijven achtervolgen.
Het probleem is voor mij dus niet zozeer of een staatshervorming mag afgekocht worden. De moeilijkheid is waar Vlaanderen dat geld moet halen. Dat zal nog een gevaarlijke evenwichtsoefening worden, maar er zijn mogelijkheden. Zolang we in het achterhoofd houden dat een staatshervorming ook opbrengt voor Vlaanderen is een eenmalige extra kost bespreekbaar.
Mijn vrees is daarom dat het zuiden van dit land veel meer zal vragen dan enkel extra financiering. Dan zijn we terug bij af en kunnen de politici evengoed terug in Hertoginnedal gaan zitten.
Kleine toegevingen via legislatieve weg kunnen, toegevingen die in de grondwet of een bijzonder meerderheidswet zouden komen zijn onaanvaardbaar. Alles daartussen moet pragmatisch afgewogen worden.

Onverdraagzaamheid

Dit nieuwsbericht hoeft eigenlijk geen commentaar. Als men politici belet een debat te voeren kan men moeilijk beweren dat men een democratische ingesteldheid heeft. Dit voorval is zielig en walgelijk, de politie had moeten tussenkomen en overgaan tot administratieve aanhouding van de linkse extremisten. Er waren daarvoor voldoende elementen aanwezig, zoals provocatie en het bezetten van een openbare ruimte.
De studenten die het debat hebben belet zijn duidelijk niet goed op de hoogte van de vreselijke gevolgen dat zoiets kan hebben. Denken die nu echt dat het inperken van de democratie een positief effect kan hebben? Een bende debielen, dat is de enige correcte omschrijving van die extremisten

donderdag 2 oktober 2008

droom Leterme is nachtmerrie Peeters

De huidige socio-economische situatie (bankcrisis, tekort begroting, daling koopkracht, …) vraagt kordate maatregelen van de overheid. Velen zeggen dan ook dat de huidige crisis het vel van Leterme redt. Op korte termijn kan ik die analyse bijtreden, maar op lange termijn ziet het plaatje er een pak genuanceerder uit.
Door de huidige crisis kan CD&V de regering niet laten vallen, omdat dit bij de bevolking zeer slecht zou overkomen. Een genadeloze afstraffing van CD&V is dan het logische gevolg voor de ‘onverantwoorde houding’ die hun zal worden toegeschreven tijdens de verkiezingscampagne. Je hoort het Bart Somers zo zeggen: “economie blablabla onverantwoord blabla CD&V = slecht blablabla onverantwoord bla onverantwoord”. Daarmee valt het allerlaatste Vlaamse dominoblokje: de regering doen vallen als er geen vooruitgang is in de staatshervorming. Die optie is nu uitgesloten omdat zelfs de CD&V-sekte collectieve electorale zelfmoord een overdreven prijs vindt voor de staatshervorming.
De bankcrisis heeft dus grote politieke consequenties: de gemeenschapsdialoog is een puur vrijblijvend gespreksorgaan geworden, bij gebrek aan een troefkaart langs Vlaamse kant. CD&V had ongeveer 2 weken geleden de kans om de regering te doen vallen en het kartel te behouden. Nu is het te laat, de regering laten vallen zal niet meer worden getolereerd door de bevolking. CD&V is duidelijk in snelheid gepakt door de economische actualiteit.
Het cynische aan deze crisis is dat het vel van Yves Leterme gered wordt, terwijl het de ondergang van Kris Peeters en zijn gemeenschapsdialoog betekent. Bovendien is het ook frappant dat de socio-economische situatie belet dat er druk kan worden gezet voor een staatshervorming, terwijl die staatshervorming er juist voor moet zorgen dat de socio-economische problemen beter kunnen worden aangepakt…

zondag 28 september 2008

Versplintering van traditionele partijen

Een evolutie die al veel langer zichtbaar is, is de achteruitgang van de traditionele partijen. Vroeger haalden de ‘3 groten’ samen zowat alle stemmen binnen, vandaag de dag halen liberalen, socialisten en christen-democraten samen zo’n 60% van de stemmen. Let wel: ik baseer mij hiervoor op de verkiezingsresultaten van 2004 (Vlaamse parlement) en 2007 (federaal parlement). Een aantal elementen doen vermoeden dat de traditionele partijen bij de verkiezingen van 2009 een nieuwe slag te verwerken krijgen:
- De sterke opkomst van LDD, volgens sommigen zelfs goed voor 15% (!) van de stemmen in 2009.
- De recente breuk van het kartel, waardoor ongetwijfeld een deel van de CD&V kiezers uit 2007 naar N-VA overloopt. Dit zorgt uiteraard niet voor een versterking van de populistische partijen, maar wel voor een stevige terugslag van de traditionele partijen.
- De traditionele partijen werken allemaal mee aan de dialoog rond de staatshervorming, een ideaal doelwit voor de oppositie om te spreken over ‘1 pot nat’.
- De socio-economische situatie maakt meer kiezers vatbaar voor het populistische fabeltje.

Sommigen gaan, volledig ten onrechte, nogal vlug over dit gegeven heen. Op dit moment zien we immers gebeuren waar veel mensen tot zo’n 3 jaar terug nog schrik voor hadden: een populistische blok dat het politieke landschap overhoop kan gooien. Het VB is echter op de terugweg zonder ooit een zelfvoedend gevoel van anti-politiek te hebben gecreëerd.
Wat bedoel ik daar juist mee? Wel, als de populistische oppositie op een bepaald moment zo groot wordt dat men alleen een regering kan vormen door een tripartite zitten we in een moeilijke situatie. Een tripartite kan regeren, maar ideaal is het toch niet. Er moeten enorm veel compromissen onderhandeld worden, met pure eenheidsworst tot gevolg. Veel kiezers krijgen dan het gevoel dat hun stem niets uithaalt, want het beleid resulteert toch elke keer weer in eenzelfde beleid door een brede tripartite. Het enige alternatief lijkt dan te stemmen voor een populistische partij, wat dan op zijn beurt weer leidt tot een situatie waarin de constructieve partijen het nog moeilijker krijgen… Dat is wat ik bedoel met een zelfvoedend systeem van anti-politiek.
Als VB niet extreem ver wegzakt en LDD en grote sprong voorwaarts maakt, zijn we niet ver af van een dergelijk scenario. Indien VB en LDD in 2009 samen 30% van de stemmen halen zal het zéér moeilijk zijn om met 2 (Vlaams) of 4 (federaal) partijen een regering te vormen.
Daarmee is meteen 1 van de grootste politieke uitdagingen van de komende jaren duidelijk: hoe kan er een constructief en aantrekkelijk alternatief aangeboden worden om de opkomst van de anti-politiek te stoppen?
Dat we door de versnippering evolueren naar een systeem waarbij geen enkele partij de kaap van 25% haalt (m.a.w. de grens om zonder tripartite verder te kunnen) is al langer duidelijk. Hoe kan er dan nog voor gezorgd worden dat de kiezers écht kunnen kiezen, zonder eenheidsworst door de regering als resultaat? Is ons systeem van evenredige zetelverdeling nog lang houdbaar? En wat kan een eventueel alternatief zijn?
Dat lijken mij zeer fundamentele vragen, en het wordt dringend tijd dat daarover een politiek debat ontstaat.

dinsdag 23 september 2008

Gemiste kans?

Als het verslag van de 3 bemiddelaars wordt gevolgd sturen Vlamingen en Franstaligen elk 6 onderhandelaars naar de nieuwe ronde in de staatshervorming. Ten laatste midden oktober moet de Vlaamse regering een onderhandelaar hebben om Geert Bourgeois te vervangen. Dit doet er echter niet zoveel toe, het onderhandelingsteam van de Franstaligen is een pak interessanter.
Als Kris Peeters iets of wat verstand heeft van onderhandelen heeft hij maandagvoormiddag aan de Franstaligen gevraagd om FDF buiten de gesprekken te houden. Als zo’n akkoord bestaat is dat uiteraard niet publiek gemaakt op vraag van de MR. Voorlopig kunnen we enkel met spanning afwachtten. Maar als uiteindelijk toch blijkt dat Kris Peeters echt niets meer heeft gevraagd dan hetgeen publiek is bekend gemaakt (lees: de 3 ‘garanties’), is dat een enorm zielige situatie.
De Franstaligen hadden enorm veel over voor de breuk van het kartel, waardoor Kris Peeters maandagvoormiddag in een heel sterke positie stond. Daarom vind ik het angstaanjagend dat Kris Peeters al na een uur terug buitenkwam met de 3 garanties die al langer bekend zijn. Hij had de Franstalige partijvoorzitters voor het blok moeten zetten: doorgaan zonder kartel én met een enorm sterke positie voor de Franstaligen in de federale regering OF nieuwe verkiezingen met een sterk kartel. Ongetwijfeld een keuze waarmee de Franstaligen tot toegevingen konden worden gedwongen. Dit lijkt niet het geval, en nu is het te laat. Je kan het kartel geen 2 keer splitsen...
Ik hoop echt dat er achter de schermen al een deelakkoord is tussen Vlamingen en Franstaligen, met toegevingen van de Franstaligen in ruil voor de breuk tussen CD&V en N-VA. Is dat niet het geval, dan mogen we voor midden 2009 geen stappen verwachtten in de staatshervorming.
Kris Peeters had maandagvoormiddag de laatste grote Vlaamse troefkaart in handen, en het ziet ernaar uit dat hij dat niet eens ten volle besefte.

maandag 22 september 2008

Back again

Het heeft een hele tijd geduurd, maar vanaf nu zal hier terug regelmatig een analyse verschijnen van de politieke actualiteit.
En we vliegen er direct goed in, want het eerste onderwerp dat ik wil aansnijden zijn de belachelijke ‘garanties’ die de Franstaligen deze morgen aan Kris Peeters hebben gegeven. Het zou gaan om 3 toegevingen, met als belangrijkste punt dat de federale regering geen initiatief zou nemen omtrent BHV. Dat klinkt misschien mooi, maar het is complete onzin.
De procedure in de kamer over de splitsing van het ongrondwettelijke kiesarrondissement loopt gewoon door zolang de Franstaligen belangenconflicten blijven inroepen. De regering heeft met die vertragingsmanoeuvres dus niets te maken. Eens alle parlementen met een meerderheid aan Franstaligen (Waals, Franstalig, COCOF en Brussels parlement) een belangenconflict hebben ingeroepen (vermoedelijk tegen midden 2009) is er nog 1 laatste mogelijkheid om de parlementaire stemming van BHV uit te stellen: de alarmbelprocedure. Dan wordt het hele dossier doorverwezen naar de onderhandelingstafel van de regering, die dan een advies moet formuleren. Op dat momente zijn er 3 opties:
1) De regering geeft het advies om voor de splitsing te stemmen
2) De regering geeft het advies om tegen de splitsing te stemmen
3) De regering bereikt geen unaniem besluit (wat verplicht is) en valt over de kwestie. Nieuwe verkiezingen zijn dan quasi onvermijdelijk, terwijl aan BHV niets verandert. Dat wordt dan gewoon een probleem voor de volgende regering.

Als er op het einde van de procedure een belangenconflict komt zijn we zeer waarschijnlijk vlak voor de regionale verkiezingen van 2009. De regering dan laten vallen zou gewoon leiden tot samenvallende verkiezingen, een ideaal scenario voor de Franstaligen én voor de Vlaamse onderhandelaars. De Franstaligen hebben samenvallende verkiezingen en een status quo in het dossier BHV, de Vlaamse onderhandelaars kunnen ermee uitpakken dat ze het aandurfden de regering te doen vallen voor hun principes. Een win-win scenario, want er is niemand die met deze wankele federale ploeg tot 2011 wil voortdoen, de verdeeldheid is veel te groot waardoor een serieus beleid onmogelijk is. De regering 'met stijl' doen vallen is voor de regeringsleden het voordeligste scenario.
Dus wat houdt die ‘toegeving’ van de Franstaligen eigenlijk in? Wat verstaan ze onder ‘geen initiatief nemen’? Is er nu echt iemand die gelooft dat de Franstalige regeringsleden een positief stemadvies gaan geven als er een alarmbelprocedure komt over BHV?
Bij een puur parlementaire afhandeling van het dossier BHV zal finaal de regering vallen zonder dat het ooit tot een definitieve stemming komt. Bereid u alvast voor op samenvallende verkiezingen in 2009, voorafgegaan door een mooi staaltje politiek toneel op federaal niveau. Punt aan de lijn, al de rest is quatsch en gezeik.

Ik zou ook liever zien dat BHV puur parlementair wordt afgehandeld, maar zo werkt het Belgische systeem nu eenmaal niet. Zolang België bestaat moeten we de ondemocratische logica volgen waarin de regering het laatste woord heeft, en niet het parlement. Het systeem van binnen uit hervormen vraagt nu eenmaal een ruime dosis pragmatisme en veel geduld, maar het is de enige weg waarmee de Vlaamse Beweging op lange termijn resultaten geboekt heeft en zal boeken.

dinsdag 22 juli 2008

Le fossé belge et l’Europe plurielle

Dit weekend stond er in ‘Le Monde’ een analyse die thuishoort onder de categorie ‘riooljournalistiek’. Nochtans is Le Monde een internationaal gerespecteerde krant met veel invloed. De schrijver van het artikel, een vaste correspondent van de Franse krant, is een ex-journalist van Le Soir. Wat uiteraard ook geen toeval is…

Omdat een samenvatting van het artikel te subjectief zou zijn, zal ik hier de volledige tekst posten. Oordeelt u zelf maar…


Depuis treize mois et un scrutin qui a creusé le fossé entre les deux grandes communautés nationales, la Belgique - et l'Europe avec elle - est confrontée à une double question : ce pays est-il encore gouvernable et a-t-il, en fait, un avenir en tant que nation ? Le dernier épisode de la crise politico-institutionnelle belge n'incite, à cet égard, qu'à un peu plus de pessimisme. Il a commencé avec une démission inattendue du premier ministre Yves Leterme et s'est terminé trois jours plus tard, de manière tout aussi surprenante, par le refus du roi Albert II d'entériner cette décision. Avec, à la clé, la désignation de médiateurs censés dire si Flamands et francophones peuvent, oui ou non, négocier ensemble l'avenir du royaume chancelant.

C'est dans ce contexte que le pays célébrera, lundi 21 juillet, sa fête nationale. Il va falloir beaucoup d'imagination pour se convaincre qu'une telle commémoration a un sens alors que, par-delà la frontière linguistique, les politiques flamands et francophones s'invectivent. Au côté du roi, le premier ministre Yves Leterme tentera seulement de faire bonne figure, lui qui, en l'espace d'un an, a présenté trois fois sa démission au chef de l'Etat. Deux fois parce qu'il n'arrivait pas à former un gouvernement, une troisième parce qu'il ne pouvait plus le diriger sans mécontenter son parti.
Avant sa récente reculade, le leader chrétien-démocrate flamand semblait vouloir démontrer qu'il était capable d'endosser le costume de premier ministre fédéral. Il avait enfin proposé une discussion plus sereine, débarrassée des exigences de calendrier et de contenu. Il s'était rendu compte qu'il n'aboutirait à rien si la Flandre continuait à user, à l'égard des francophones, de menaces comme celles qui, il y a quelques mois, se traduisirent par un vote "bloc contre bloc", Flandre unanime - extrême droite incluse - contre minorité francophone. Cette dernière fut contrainte d'accepter la loi du nombre lors d'un vote sur le thème, hautement symbolique, de la scission du dernier arrondissement bilingue de Belgique, le désormais célèbre Bruxelles-Hal-Vilvorde.
Agissant (enfin) en arbitre, M. Leterme paraissait donc en mesure d'apaiser Bruxellois et Wallons. Mais finalement, il a quand même fait le choix de son parti chrétien-démocrate, le CD & V, et du "cartel" que ce dernier a formé avec les indépendantistes de la Nouvelle Alliance flamande (NVA), au détriment de son portefeuille et de l'intérêt du pays. "Je ne laisserai pas tomber le parti", aurait-il confié. Vraie ou fausse, la formule résume en tout cas l'état d'esprit d'un homme pétri d'ambition mais peu désireux, en tout cas, d'égaler ses prédécesseurs qui, de Wilfried Martens à Guy Verhofstadt en passant par Jean-Luc Dehaene, surent si bien jouer les équilibristes entre leurs origines et leur intérêt politique personnel d'un côté, les exigences et les lourdes contraintes de leur pays de l'autre. Ce faisant, ils devinrent des dirigeants de premier plan, dont l'Europe a vanté les qualités.
Yves Leterme incarne plutôt cette "nouvelle Belgique" qu'esquisse, avancée après avancée, son parti et, au-delà, un courant dominant en Flandre. Héritier du vieux combat, justifié, pour la reconnaissance de la langue et de la culture flamandes, ce mouvement a embrayé sur des revendications politiques, synthétisées dans le "modèle fédéral" mis en place depuis 1970. Alors que toutes ses demandes ont été satisfaites et que sa domination de l'Etat fédéral est solidement ancrée, la Flandre continue d'invoquer des raisons d'ordre historique pour justifier désormais des requêtes d'un autre type. Territoriales, parce que la présence - parfois massive - de francophones sur le territoire de la région reste perçue comme un risque, celui d'une nouvelle domination culturelle. Economique, parce que la Flandre, prospère et bien gérée, ne pourrait plus supporter des transferts d'argent "injustifiés" vers l'Etat fédéral. Comprenez vers une Wallonie qui se complairait dans le "hamac de la sécurité sociale", selon une formule qui fit florès.

"La Flandre qui gagne"
Cette Flandre-là - qui ne résume cependant pas la diversité d'une région multiple - cache aussi sous des alibis de "bonne gouvernance" un programme non exempt d'égoïsme et qui entend mettre fin aux "transferts d'argent injustifiés". Acceptables jusqu'à un certain point par les plus réalistes des francophones - ceux qui ne s'accommodent pas de la façon, hasardeuse ou scandaleuse, dont la Wallonie a été longtemps gérée -, ces arguments ne sont toutefois plus audibles lorsqu'on les confronte aux vraies exigences d'une majorité flamande. Exigences d'une scission, partielle ou complète, des politiques de la santé, de la fiscalité, voire de la justice.
Relayées par des médias, des leaders d'opinion et de nombreux responsables, ces idées ont irrigué en profondeur un parti comme le CD & V. Cadres et militants de cette formation, abreuvés d'un discours quotidien sur "la Flandre qui gagne" - à l'opposé d'une Wallonie qui perdrait volontairement -, se persuadent désormais que la Belgique fédérale n'est qu'un boulet qu'il ne faut plus traîner.
Que M. Leterme brise un dernier tabou et s'allie à un petit parti ouvertement partisan de la disparition du pays, et voilà ladite base en route pour une autre étape. Celle où l'éclatement de l'Etat paraît inéluctable et prend, dans un premier temps, la forme "douce" du confédéralisme. Histoire de ne pas sacrifier Bruxelles à un credo indépendantiste, certes mobilisateur, mais suffisamment réaliste pour ne pas laisser la région-capitale aux mains des francophones, qui y sont majoritaires.
Emporté par ce courant qu'il a lui-même conforté, amplifié, M. Leterme a récemment accusé les francophones de rendre "inconciliables" les positions au sein de l'Etat fédéral. Le propos est lourd de sens. Il reste donc à savoir pendant combien de temps encore le "modèle" belge, multilingue, multiculturel et riche de ses diversités, résistera à de tels coups de boutoir. S'il finit par être taillé en pièces ce système du consensus, du compromis et du débat, ce prétendu "laboratoire" d'une Europe plurielle finira par offrir à celle-ci la parfaite antithèse de ses valeurs. Une autre mauvaise leçon pour l'Union.

Correspondant au Benelux,
Jean-Pierre Stroobants

maandag 21 juli 2008

Traditie

Naar goede gewoonte werd ook vandaag de scheiding tussen Kerk en Staat compleet genegeerd. Op de nationale feestdag is er immers een speciale plechtigheid in de kathedraal van Brussel, waar alle ‘gezagsdragers’ aanwezig zijn.
Een restant uit een vorige eeuw, dat is duidelijk. De Kerk weet maar al te goed dat ze veel hebben aan een katholiek staatshoofd, waardoor ze de eenheid van België uit plat opportunisme verdedigen. Het is voorspelbaar, en toch heeft elke keer weer iets zielig.
Zolang de Koning meer bevoegdheden heeft dan enkele wat protocollaire aangelegenheden hoort het niet dat hij een katholieke plechtigheid bijwoont, toch zeker niet op de nationale feestdag. De scheiding tussen Kerk en Staat is een van de belangrijkste fundamenten van de democratische samenleving, daar moet de Koning zich naar schikken.

Je kan toch niet pleiten voor interculturele dialoog (zoals de Koning dat doet in zijn 21-juli toespraak), om dan duidelijk 1 bepaalde godsdienst voor te trekken?

vrijdag 18 juli 2008

Het hopeloze trio

Lambertz (PS), Langendries (CDH) en de Donnea (MR), het zijn namen die u de komende 2 à 3 weken nog vaak zal horen.
De enige meerwaarde aan de onderhandelingen is dat ze Franstalig zijn, zodat CD&V niet onmiddellijk terug de vuurlinie wordt ingestuurd. Twee weken zeveren en het gevoel geven aan de bevolking dat er iets gebeurd, meer valt er niet te verwachtten. Wat er daarna gebeurd is koffiedik kijken, niemand weet het nog.
Aan Vlaamse kant is het effect op korte termijn alleszins duidelijk. De overgrote meerderheid kent de ‘bemiddelaars’ niet, het zijn vooral namen die bekend klinken aan Franstalige kant. Als er nu ook nog is een aantal straffe verklaringen zouden komen over pakweg een week, dan kun je toch niet verwachtten dat de bevolking iets ander ziet dan een voortzetting van het gekibbel dat al 13 maanden bezig is?
Voor het vertouwen is dit trio absoluut geen goede zaak. Dit compenseren door concrete resultaten te boeken zal enorm moeilijk zijn, en verwachtten dat die 3 musketiers de volledige boel even op 2 weken oplossen is al helemaal een utopie. Ze kunnen waarschijnlijk niets anders doen dan de impasse vaststellen, en besluiten dat we ondanks de situatie niets anders kunnen doen dan doorzetten, in de hoop op een mirakel.
De situatie moet nu alleszins voorgesteld worden als een overgang.
Leterme die naar de Koning gaat om zijn ontslag aan te bieden, met daarop volgend een hele dag vol extra journaals. Om dan uiteindelijk gewoon voort te doen alsof er niets aan de hand is… Echt geloofwaardig komt zoiets toch niet over.
Het is belangrijk dat er nu een aantal nieuwe zaken op tafel komen te liggen, en dat er iets in scene wordt gebracht om de overgang te benadrukken. Uiteraard zijn het uiteindelijk gewoon dezelfde mensen die het moeten oplossen, maar cynisch genoeg mag het zo niet overkomen bij de brede publieke opinie.
Ik zal dus nog maar is herhalen waar het nu om moet draaien: perceptie!

Gemiste kans

Het Paleis heeft dan toch de knoop doorgehakt: Karl-Heinz Lambertz (PS), Raymond Langendries (CDH) en François-Xavier de Donnea (MR) worden als ‘bemiddelaars’ het veld ingestuurd.
Nochtans is het vanzelfsprekend dat je voor een bemiddeling eigenlijk maar 1 persoon nodig hebt. Dat dit kleine landje maar liefst 3 mensen nodig inschakelt, heeft dan ook niets te maken met een onderhandelingsstrategie of overtuiging. Het is gewoon het gevolg van interne partijspelletjes langs Franstalige kant. Zo is het volgens De Standaard verlopen:

“Het was een komen en gaan van ideëen. (De spelling van 'ideëen' is uiteraard fout, maar ik citaar enkele latterlijk uit De Standaard;))
Het Paleis dacht gisteren in eerste instantie aan Karl-Heinz Lambertz (PS), de minzame minister-president van de Duitstalige Gemeenschap. Dat was niet meteen naar de zin van CD&V en Open VLD. Die hadden een staatshervorming beloofd tegen 15 juli. Een bemiddelaar met minzaamheid maar zonder politiek gewicht twee maanden rondjes laten lopen om een 'menu' voor de staatshervorming op te stellen, wekte geen vertrouwen. 'Zelfs Mieke Vogels (Groen!) kon met zo'n scenario niet leven', stelde een Vlaams kopstuk.

Daarna schoof koning Albert een oude getrouwe naar voren: EU-commissaris Louis Michel (MR), een man met gewicht. Maar MR-voorzitter Didier Reynders kon niet toestaan dat Michel zo zijn Belgische comeback zou maken.

Dan ging het Paleis maar in op de Vlaamse suggestie een 'confederaal duo' - de Vlaamse en Waalse ministers-presidenten Kris Peeters (CD&V) en Rudy Demotte (PS) uit te sturen.
Maar in ruil voor die 'Vlaamse overwinning', formuleerden de Franstalige partijen - vooral de PS - een pak tegeneisen. PS-voorzitter Di Rupo kelderde het voorstel. Hij kampt met een wankel voorzitterschap, terwijl Demotte de rijzende ster is. Een te grote rol kon de PS-voorzitter zijn interne rivaal niet gunnen.

'Dat ze het dan zelf doen', was de Vlaamse reactie op de veto's van Reynders en Di Rupo. Joëlle Milquet, CDH-voorzitster, zag de bui hangen: zij zou fijngemalen worden door de twee anderen; ze eiste drie bemiddelaars: zijzelf erbij.

Dat werd lachwekkend: drie Franstalige partijvoorzitters-bemiddelaars die moeten bemiddelen tussen zichzelf en twee Vlaamse partijvoorzitters. Toen dook het scenario op met Lambertz, Langendries en de Donnea. En dat werd het dan.”

Het komt er dus op neer dat het eerste scenario werd afgeschoten door de Vlamingen, waarna de Franstaligen de volgende 2 scenario’s hebben verworpen en het laatste voorstel hebben uitgehold tot wat het nu is. Dat Lambertz (PS) als bemiddelaar door de Vlamingen als te mager werd bevonden, valt nog te begrijpen. Die heeft eigenlijk niet zoveel voeling met de federale politiek, en is langs deze kant van de taalgrens een nobele onbekende. Bij de publieke opinie zou dit slecht kunnen overkomen, en dus was dat scenario te riskant. ‘Perception is reality’.

Het ideale scenario is dan ook eentje dat is afgeschoten. Louis Michel was voor de publieke opinie een goede zaak geweest. U denkt nu: Heu? Louis Michel?
Terecht waarschijnlijk, maar geef me toch een momentje om het even uit te leggen.

Zowat overal in België is er sprake van pessimisme, de mensen verliezen hun vertrouwen in de politici. Ze snappen maar niet waarom het nu al meer dan een jaar duurt, en nog steeds is er geen akkoord. Gevolg: er is iemand nodig die redelijk populair is en een zeker vertrouwen uitstraalt. De mensen moeten een nieuwe situatie te zien krijgen, zodat ze terug vertrouwen krijgen in een mogelijk oplossing. Het gaat uiteraard om een overgangsfiguur, en vooral de uitstraling naar buiten toe is van belang. Wederom draait het in deze fase vooral om de perceptie, om niet te zeggen dat het de komende 2 weken eigenlijk enkel en alleen rond perceptie zal draaien.
Dit in het achterhoofd houdende ziet het verlanglijstje voor de ideale bemiddelaar er volgens mij als volgt uit:
1) Een Franstalige, want tot nu toe heeft vooral de CD&V haar nek uitgestoken. Nog maar is een Vlaming het veld insturen zou gewoon belachelijk zijn.
2) Liefst iemand van de MR, want VLD-MR is de grootste politieke familie, en na CD&V weegt MR-FDF toch het zwaarste op de onderhandelingen.
3) Iemand die langs beide kanten van de taalgrens goed overkomt. Een bekende figuur dus, die al een duidelijk imago heeft. Terug wat vertrouwen geven is immers de kern van de boodschap.
4) Iemand die nog niet actief is betrokken bij de onderhandelingen, het moet echt overkomen als een ‘nieuwe situatie’.

De onderhandelaars weten dit zelf ook wel, en dus heeft de Koning Louis Michel (MR) naar voren geschoven. Hij is immers de persoon die het beste aan het lijstje beantwoord. Dit was echter compleet buiten Didier Reynders gerekend, die in Michel senior een bedreiging zag/ziet voor zijn machtspositie. Door frustrerende partijspelletjes zijn de onderhandelingen al meer als eens vastgelopen, en toch blijft men zich met opzet keer op keer aan dezelfde steen stoten.
Het uiteindelijke compromis, een trio ‘bemiddelaars’, is dan ook geen goede oplossing (daarover meer in een volgende post).
Het was duidelijk het enige haalbare, maar daarmee kunnen we na meer dan 400 dagen crisis toch geen genoegen nemen?
Verdienen de Vlamingen dan echt niet meer dan een zoveelste compromis dat met haken en ogen ineen hangt, veroorzaakt door een dom machtsspelletje?